De voorzitter van de gemeenteraad nodigt u uit tot het bijwonen van de zitting van de gemeenteraad. Deze vindt plaats op de hierboven aangegeven locatie.
De notulen van de vorige zitting van de gemeenteraad werden opgesteld door de algemeen directeur. Deze worden voor goedkeuring voorgelegd aan de leden van de gemeenteraad. Het zittingsverslag is in audiovorm online beschikbaar op volgende link: Londerzeel: Gemeente-/OCMW-raad: 25 november 2025
Sinds 2020 vormen de gemeente Londerzeel, Kobos VZW en Virgo Sapiensinstituut VZW samen de "Netoverschrijdende scholengemeenschap van het katholiek secundair onderwijs Noordwest-Brabant". Als inrichtende macht van het GTIL dient de gemeente twee effectieve en twee plaatsvervangende leden te mandateren in het Comité van Afgevaardigden van de Schoolbesturen van de Scholengemeenschap (CASS).
De Vlaamse overheid streeft naar een door iedereen gedeelde samenleving waarin democratisch burgerschap centraal staat en er plaats is voor verschillende ideologieën, denkbeelden en levensovertuigingen zolang ze niet oproepen tot haat en geweld. Gewelddadige radicalisering, zowel bij volwassenen als bij minderjarigen, vormt een substantiële bedreiging voor de fundamentele rechten en vrijheden van de democratische rechtsstaat en moet krachtdadig worden aangepakt.
Met haar beleid wil de Vlaamse overheid in de eerste plaats voorkomen dat personen gewelddadig radicaliseren, en signalen voor gewelddadige radicalisering zo vroeg mogelijk detecteren. Voor de aanpak van de beperkte groep van burgers die tot geweld zijn overgegaan moet er echter een curatief beleid worden gevoerd: met hen trachten we tot disengagement te komen en recidive te voorkomen. Het Vlaamse beleid focust op de verscheidenheid van vormen van gewelddadige radicalisering en extremisme.
Om het doel van het beleid te realiseren, hanteert de Vlaamse overheid zowel een individuele aanpak als een aanpak die op de brede samenleving gericht is. Wat de individuele aanpak betreft, gaat het om de detectie, opvolging, begeleiding naar disengagement en nazorg van gewelddadig geradicaliseerde burgers of burgers die signalen van gewelddadige radicalisering vertonen. Wat de aanpak naar de bredere samenleving betreft, speelt het Vlaamse beleid gericht in op bepaalde mechanismen die gewelddadige radicalisering en extremisme bevorderen en die een groot effect hebben op de samenhorigheid in de samenleving. Specifiek gaat het om schadelijke polarisatie. Bij schadelijke polarisatie is sprake van een groeiende sociaal-emotionele afstand, een groeiend wantrouwen en een verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, waarbij de sociale veiligheid in het gedrang komt. Van belang is dat schadelijke polarisatie kan leiden tot het verheerlijken van gewelddadige acties of zelfs tot het daadwerkelijk overgaan tot wet overschrijdende handelingen.
De aanpak van schadelijke polarisatie is slechts één specifiek onderdeel van een preventief beleid voor gewelddadige radicalisering, extremisme en terrorisme in de brede samenleving. De Vlaamse overheid flankeert dit specifieke beleid met een sterk regulier beleid dat voedingsbodems zoals sociale uitsluiting, armoede, ongelijke behandeling, onveiligheid, milieuvervuiling en klimaatverandering,…die aanleiding zouden kunnen geven tot gewelddadige radicalisering bij burgers, aanpakt. Een sterk beleid rond samenleven, gelijke kansen, armoedebestrijding, kinderen- en jongerenwelzijn, onderwijs, zorg, milieu, vrije tijd en sport,… is daarom onontbeerlijk.
De rol van de gemeente is onontbeerlijk voor een succesvol beleid. Als het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat en het hoogste vertrouwen geniet, is de gemeente bij uitstek geschikt om het beleid in goede banen te leiden. Alleen de gemeente kan op een succesvolle manier inspelen op lokale dynamieken die kunnen leiden tot gewelddadige radicalisering, zoals schadelijke polarisatie. En via haar lokale netwerken kan ze snel signalen van gewelddadige radicalisering bij burgers opvangen en kan ze er, samen met haar partners, een integrale opvolging aan geven. Bovendien kan de gemeente via haar reguliere beleid ervoor zorgen dat in de lokale samenleving de voedingsbodems voor gewelddadige radicalisering zoveel mogelijk worden geëlimineerd.
Terwijl tien jaar geleden gewelddadige radicalisering zich vooral voordeed in enkele steden, heeft het fenomeen zich, vooral onder invloed van sociale media, intussen verspreid over heel Vlaanderen. We vinden het zowel in onze centrumsteden als in onze kleine plattelandsgemeenten. Een effectief preventiebeleid kan zich geen blinde vlekken veroorloven. Daarom wil de Vlaamse overheid graag dat elke Vlaamse gemeente een lokaal beleid uitrolt.
In het kader van het meerjarenplan 2026–2031 wordt een aanpassing van de rechtspositieregeling voorgesteld: verhoging van de maaltijdcheques naar 8 euro (vanaf 1 januari 2026), verhoging van de bijdragevoet tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers naar 3% (vanaf 1 januari 2025) en aanpassing van de lijst van dienstvrijstellingen (vanaf 1 januari 2026).
In het kader van het meerjarenplan 2026–2031 wordt de verhoging van de bijdragevoet van de tweede pensioenpijler voor contractuele medewerkers naar 3% vanaf 1 januari 2025 voorgesteld. Het sectoraal akkoord van 2020 legde een minimaal bijdragepercentage op van 2,5%, maar om niet in aanmerking te komen voor een malus op de responsabiliseringsbijdrage en potentieel te kunnen genieten van een korting op de responsabiliseringsbijdrage, is een bijdragepercentage van minstens 3,0% vereist.
In 2026 vieren we het Internationaal Jaar van de Vrijwilliger (IYV 2026), precies 25 jaar na de eerste editie in 2001. Het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk VZW treedt hierbij op als National Coördinating Body voor Vlaanderen, en werkt samen met Give a Day aan de nationale vrijwilligerscampagne “Het Nieuwe Normaal”. Met deze campagne willen beide organisaties vrijwilligerswerk extra zichtbaar maken, inspirerende verhalen delen en zoveel mogelijk burgers aanmoedigen om zich vrijwillig in te zetten. Het doel is om van vrijwilligerswerk “het nieuwe normaal” te maken, en zo bij te dragen aan verbondenheid, solidariteit en maatschappelijke veerkracht. De gemeente Londerzeel wordt uitgenodigd om zich aan te sluiten als campagnepartner via de ondertekening van een engagementsverklaring.
Toerisme Vlaams-Brabant is het overkoepelend en coördinerend orgaan voor het toerismebeleid op provinciaal niveau. Een nieuwe convenant van VISIT Vlaams-Brabant gaat van start op 1 januari 2026 en zal lopen tot 31 december 2031. Het convenant heeft tot doel een toeristische samenwerking in Vlaams-Brabant mogelijk te maken en vormt de schakel tussen het provinciale niveau - waarop Toerisme Vlaams-Brabant actief is - en het lokale gemeentelijke niveau. Het finaal doel van deze gebieds- en thematische werking is bovenlokale samenwerking te stimuleren over de gemeentegrenzen heen en meer bezoekers naar Vlaams-Brabant te trekken.
Artikel 254 van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat het meerjarenplan moet worden vastgesteld vóór het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen (eerste jaar van de eerste bestuursperiode). Dat meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en loopt af op het einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen (eerste jaar van de volgende bestuursperiode). Het meerjarenplan bevat de beleidskeuzes van het nieuwe bestuur en de financiële vertaling ervan voor de volledige periode van het meerjarenplan en bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
Zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad hebben eerst hun eigen deel van het meerjarenplan vastgesteld. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de OCMW-raad heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het volledig meerjarenplan definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de OCMW-raad maakt.
De gemeenteraad vestigt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een aanvullende belasting ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,9% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt berekend op het inkomen dat de belastingplichtige heeft verdiend in het jaar vóór het aanslagjaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 ten voordele van de gemeente opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd als volgt:
De vestiging en inning van de gemeentebelasting gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst.
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 heft de gemeente een belasting op de afgifte van administratieve stukken. De belasting valt ten laste van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.
Voor de dienstjaren 2026-2031 wordt een belasting geheven op de aflevering van omgevingsvergunningen.
Door het voeren van een preventief woningkwaliteitsbeleid streeft de gemeente naar een kwaliteitsvoller patrimonium dat zich aanpast aan de wijzigende regelgeving. De gemeente kan de geldigheidsduur van het conformiteitsattest – standaard tien jaar – beperken. Hierin kan de gemeente gaan differentiëren naar keuze. Wonen in Vlaanderen past de beperking van de geldigheidsduur ook toe als zij een conformiteitsattest aflevert op het grondgebied van de gemeente. Na een evaluatie dient de beperkte geldigheidsduur van het conformiteitsattest te worden aangepast. De wijze en het bedrag van de vergoeding voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek blijven ongewijzigd. Indien een woning voldoet aan de minimale normen volgens de Vlaamse Codex Wonen 2021, levert de gemeente een gratis conformiteitsattest af aan de houder van het zakelijk recht.
De gemeente heft voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een eenmalige belasting op de waardevermeerdering die ontstaat bij de inwerkingtreding van een ruimtelijk uitvoeringsplan waarbij voor het betrokken perceel een bestemmingswijziging wordt goedgekeurd.
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 heft de gemeente een belasting op niet-bebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen.
De gemeente heft een retributie voor de inname van het openbaar domein.
De retributie is verschuldigd:
De gemeente heft voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een belasting op de verspreiding van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten in brievenbussen en op de openbare weg.
Er wordt voor de dienstjaren 2026-2031 ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de bewegwijzeringsborden geplaatst, zowel op openbaar als privaat terrein, ongeacht de plaatsing gebeurt langs gemeente-, provinciale- of gewestwegen.
Voor de dienstjaren 2026 tot en met 2031 heft de gemeente een retributie voor de inname van het openbaar domein door (ambulante) marktkramers.
Voor de dienstjaren 2026-2031 zal de verpachting geschieden via een contract van vijf jaar volgens de in het reglement vastgestelde standplaatsvergoedingen. De foorreizigers worden jaarlijks uitgenodigd de overeenkomst voor het lopende jaar te ondertekenen en te betalen.
Er wordt voor de dienstjaren 2026-2031 een belasting geheven op de kampeerterreinen zoals bedoeld in het decreet van 5 februari 2016 betreffende toeristische logies (Logiesdecreet).
De gemeente wenst met deze belasting op tweede verblijven een evenwichtige bijdrage te verzekeren van alle gebruikers van haar grondgebied aan de financiering van de gemeentelijke dienstverlening en infrastructuur. Eigenaars van een tweede verblijf zijn, hoewel zij niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, regelmatig aanwezig in de gemeente en maken gebruik van gemeentelijke voorzieningen zoals afvalophaling, openbare veiligheid, onderhoud van wegen en groen, recreatieve en culturele infrastructuur, enzovoort. De gebruiker draagt voor het gebruik van de tweede verblijf niet bij via de aanvullende personenbelasting, waardoor een onevenwicht ontstaat in de verdeling van de kosten voor deze dienstverlening. Het bestaand belastingreglement op de tweede verblijven loopt af op 31 december 2025. Er werd een nieuw reglement opgemaakt.
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 heft de gemeente een belasting op het verstrekken van toeristische logies in daartoe uitgerust gelegenheden zoals bedoeld in artikel 2, 2° van het Logiesdecreet. De toeristische logies die niet aangemeld zijn bij of niet erkend zijn door Toerisme Vlaanderen vallen eveneens onder het toepassingsgebied.
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 heft de gemeente een belasting op het exploiteren van tijdelijke horecagelegenheden die gevestigd zijn op het grondgebied van de gemeente Londerzeel gedurende het aanslagjaar.
De gemeente stelt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een retributie vast voor het verwijderen en verwerken van afvalstoffen, achtergelaten op niet-reglementaire wijze.
Het nieuw retributiereglement vloeit voort uit de beleidsnota en de beslissing van de Raad van Bestuur van Incovo om een prijsverhoging door te voeren op de afvalprijzen. De nieuwe afvaltarieven en het nieuwe retributiereglement zullen gelden vanaf 1 januari 2026 op voorwaarde dat iedere gemeente die vennoot is van Incovo, zijn goedkeuring heeft gegeven.
Er wordt voor de dienstjaren 2026-2031 een contante gemeentebelasting gevestigd op het weghalen en bewaren door de gemeente van goederen aan het bestuur afgegeven overeenkomstig de wet van 4 februari 2020, boek 3 ‘goederen’ van het Burgerlijk Wetboek betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden, met inbegrip van goederen die op de openbare weg worden geplaatst ter uitvoering van een vonnis van uithuiszetting.
De belasting slaat eveneens op het weghalen en bewaren van voertuigen, al dan niet ingeschreven, die parkeren op plaatsen waar dit parkeren door een wettelijke of reglementaire bepaling verboden is.
Gevonden goederen worden geregistreerd in een register.
Gevonden voorwerpen worden door de gemeente bewaard voor een periode van minimaal 6 maanden. Voor fietsen geldt een wettelijke bewaartermijn van 3 maanden. Voorwerpen die vatbaar zijn voor bederf of onhygiënisch zijn, worden onmiddellijk vernietigd. Na het aflopen van de wettelijke betaaltermijnen beschikt de gemeente over de gevonden goederen en/of voertuigen. De eventuele opbrengsten van verkoop of verschroting wordt geregistreerd door de gemeente en gedurende 5 jaar na registratie ter beschikking gehouden van de eigenaar. Deze heeft tot 5 jaar na de registratie als gevonden voorwerp het recht om diens eigendom, of de verkoopopbrengst ervan, op te eisen. 5 jaar na registratie als gevonden voorwerp, wordt het gevonden voorwerp of de verkoopopbrengst eigendom van de gemeente.
Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 vestigt de gemeente een belasting op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens:
Langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. De leegstandsbelasting dient als instrument om leegstand en verloedering tegen te gaan en opwaardering van buurten te stimuleren. Het huidige reglement betreffende leegstand en leegstandsheffing werd aan een evaluatie onderworpen en dient te worden hernieuwd.
Artikel 23 van de Grondwet waarborgt het recht op een menswaardig leven, waaronder behoorlijke huisvesting. Elke woning in Vlaanderen moet voldoen aan minimale normen inzake veiligheid, gezondheid en comfort, zoals vastgelegd in de Vlaamse Codex Wonen.
Woningen die niet aan deze normen voldoen, kunnen na een conformiteitsonderzoek door de burgemeester ongeschikt en/of onbewoonbaar worden verklaard. De woningen worden opgenomen in de Vlaamse inventaris. Na één jaar opname is een Vlaamse heffing verschuldigd, tenzij een vrijstelling geldt.
Gemeenten kunnen een eigen belastingreglement opstellen (waarbij de Vlaamse heffing vervalt en de gemeente zelf instaat voor de volledige inning en administratie) of opcentiemen heffen boven op de Vlaamse heffing, waarbij de Vlaamse Belastingdienst instaat voor de inning en doorstorting.
Verwaarlozing wordt decretaal gedefinieerd als ernstige zichtbare en storende gebreken aan o.a. buitenmuren, dak, schrijnwerk en goten. Gemeenten kunnen deze definitie verder uitwerken en de vaststellingsprocedure bepalen via een reglement. Het huidig reglement inzake opname en belasting van verwaarloosde woningen en gebouwen loopt af op 31 december 2025. Het huidige reglement werd aan een evaluatie onderworpen en er werd een nieuw reglement opgemaakt.
De Vlaamse overheid heft een gewestelijke belasting op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes die minstens drie jaar op de inventaris staan. Gemeenten kunnen hierop inspelen via een eigen belastingreglement opstellen (waarbij de Vlaamse heffing vervalt en de gemeente zelf instaat voor de volledige inning en administratie) of opcentiemen bovenop de Vlaamse heffing, waarbij de Vlaamse belastingdienst instaat voor inning en doorstorting.
De gemeente en haar burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben hierdoor een impact op het openbaar domein.
De 'Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen' die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen om zo de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden werd door de gemeente goedgekeurd. Ter compensatie voor deze hinder is het aangewezen om aan de distributienetbeheerders een retributie aan te rekenen.
Ondanks de intussen fel gedigitaliseerde wereld blijft er nog steeds drukwerk nodig (briefpapier en omslagen). Print.Vlaanderen werkt onder de raamovereenkomst voor drukwerk van het Agentschap Facilitair Bedrijf van de Vlaamse overheid en voerde de procedure via de mededingingsprocedure met onderhandeling, waardoor we niet zelf meer een overheidsopdracht moeten doen.
De overeenkomst regelt de samenwerking tussen lokale besturen en KiemKracht vzw voor de organisatie van INL-ploegen. INL-ploegen versterken de lokale ecologische en sociale veerkracht door terreinwerken en sociale tewerkstelling van doelgroep medewerkers (personen met een afstand tot de arbeidsmark). INL-ploegen voeren werken uit in aanvulling op de dienst Openbaar Domein (cel Groen). Een nieuwe overeenkomst gaat in op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2031.
Er is een ontwerp van akte voor kosteloze grondafstand opgesteld door notariskantoor Verhaegen-Verlinden-Van Den Bergh te Puurs-Sint-Amands voor overdracht ten kosteloze titel van een strook grond (66ca 38dma) in de Handelsstraat. De overdrager doet deze grondafstand ingevolge de voorwaarden opgelegd in zijn verkavelingsvergunning.
Aansluitend van deze openbare vergadering volgt het besloten gedeelte (indien er agendapunten zijn opgenomen). Deze is helaas niet toegankelijk voor het publiek.
Tom TROCH
voorzitter