De notulen van de vorige zitting van de gemeenteraadscommissie Mens werden opgesteld door de secretaris van de gemeenteraadscommissie. Deze worden voor goedkeuring voorgelegd aan de leden van de gemeenteraadscommissie Mens.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- ontwerpverslag van de zitting van 17 januari 2024
De notulen van de vorige zitting van de gemeenteraadscommissie Mens zijn zowel in het motiverend als in het beschikkend gedeelte de volledige weergave van de zitting.
De notulen van de vorige zitting van de gemeenteraadscommissie Mens zijn zowel in het motiverend als in het beschikkend gedeelte de volledige weergave van de zitting.
Naar aanleiding van de herziening van de werkingssubsidies werd gedurende het gelopen traject duidelijk dat jeugdhuizen maatschappelijke problemen kunnen aanpakken die echter niet in te passen zijn in een subsidiereglement. Om specifieke maatschappelijke issues aan te pakken en hierrond een samenwerking aan te gaan, is een convenant een beter instrument. We verwijzen hier vooral naar de uitdagingen rond de integratie van jongeren in het lokaal maatschappelijk weefsel. Het stijgend aantal schoolkinderen op het grondgebied van de gemeente is in dit verband een maatschappelijke trend die deze uitdaging kracht bij zet. De nood naar een aangepaste, open en toegankelijke ontmoetingsplaats voor jongeren is duidelijk. Jeugdhuis Onder Den Toren kan hierbij een belangrijke partner worden om:
Aan de hand van het convenant in bijlage en de daaraan gekoppelde voorwaarden, is het voor het jeugdhuis dus mogelijk om - aanvullend op de jaarlijkse basistoelage - een extra ondersteuning te genieten. De verdeelsleutel van de toekenning van dit bedrag wordt bepaald op basis van het aantal voorwaarden waaraan door het jeugdhuis wordt voldaan. Er werd door het bestuur 6.000 euro op jaarbasis voorzien voor dit convenant.
Op basis van enkele gerelateerde beleidsdoelstellingen werden enkele voorwaarden gesuggereerd die gekoppeld worden aan het bedrag van het convenant. Op deze manier vormt dit convenant een hefboom/afsprakenkader om enkele belangrijke beleidsdoelstellingen te vervullen en vanuit het openbaar bestuur ook mee de kwaliteit van het aanbod van de jeugdhuizen te bewaken.
Het convenant werd opgemaakt na diepgaand overleg met het jeugdhuis, en aanvullend na feedback vanuit dienst Samenleving, Zorg- en Welzijnsloket, netwerkorgaan Huis van het Kind, politie, brandweer, directies middelbare scholen,...
Doelstelling convenant:
De doelstelling van dit convenant is het versterken van het jeugdhuiswerk in Londerzeel waarbij de focus wordt gelegd op een breed toegankelijke en inclusieve jeugdwerking met aandacht voor de veranderende demografie in Londerzeel en de verschillende sub- en jongerenculturen in de gemeenschap. Dit convenant beoogt een continue ontmoetingsplek voor jongeren te faciliteren met een aanbod gekoppeld aan de pijlers van het sociaal-cultureel werk, met name ontmoeting, educatie, maatschappelijke activering en samenwerking. Gemeente Londerzeel en de onderwijsinstellingen zijn hierbij samenwerkende partners. Op jaarbasis realiseert het jeugdhuis een divers aanbod aan laagdrempelige activiteiten, workshops en evenementen en projecten, inspelend op de leefwereld van haar jonge doelgroep. Deze evenementen zijn open toegankelijk voor iedereen en hebben een sociale/maatschappelijke impact. Met deze activiteiten wordt een belangrijke doelstelling ingevuld om mee te werken aan cultuur- en muziekpromotie en het uitbouwen van verschillende kunstvormen. Het jeugdhuis past de jeugdhuismethodiek toe:
De bepaalde toekenningsvoorwaarden kunnen jaarlijks worden geëvalueerd en bijgestuurd. De opdracht beschreven in het convenant wijzigt niet, maar de wijze van hoe deze in te vullen kan jaarlijks evolueren.
Het convenant en bijkomende financiële tegemoetkoming komt te vervallen wanneer er gemeentelijke infrastructuur voorzien wordt waarin het jeugdhuis gevestigd kan worden.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid van 6 juli 2012
- eindrapport van Formaat
- ontwerpconvenant
Het convenant stelt het lokaal bestuur in staat om de open toegankelijke ontmoetingsruimte in het dorpscentrum van Londerzeel mee te regisseren en vorm te geven volgens de noden en behoeften van de jongeren in Londerzeel. Parallel geeft het de nodige instrumenten om de kwaliteit van het aanbod van het jeugdhuis te bewaken. Het beoogt ook een goede samenwerking tussen beide partijen.
Daarnaast werd in 2021 ook een begeleidingstraject door Formaat afgewerkt, waarin in het eindrapport duidelijk enkele belangrijke pijnpunten werden bloot gelegd. De gemeente gaf onderstaande onderzoeksvragen mee aan Formaat:
Conclusie eindrapport:
Met grootste aanbeveling: geef absolute prioriteit aan infrastructuur.
Met het convenant kunnen we toch al deels tegemoetkomen aan de noden die bij het jeugdhuis leven.
Er werd 6.000 euro op jaarbasis voor het convenant voorzien, gekoppeld aan actie 5.11.4 "Aan de particuliere jeugdverenigingen financiële ondersteuning aanbieden in de vorm van werkingssubsidies en infrastructuursubsidies"
Schepen Dimitri Robbyns leidt dit agendapunt in.
Raadslid Ilias Moussaid merkt op dat het jeugdhuis zich enkel situeert in Londerzeel centrum. Hij vraagt dan ook wat er zal gebeuren om de jongeren in Steenhuffel, Sint-Jozef en Malderen te bereiken.
Dimitri Robbyns geeft aan dat we niet alleen Jeugdhuis Onder den Toren hebben, maar ook Jeugdhuis Heidestip. Daar is eigenlijk dezelfde insteek. Daarmee wil hij niet zeggen dat er morgen voor hen plots een groot lokaal gaat zijn en zo die jongeren daarmee kunnen ondersteunen. Momenteel is er in Malderen, Steenhuffel en Sint-Jozef niet de problematiek als die in Londerzeel centrum, daarvan zijn we ons bewust. Uit de sterkte van het jeugdhuis in het centrum kunnen we meer voordeel halen dan in Sint-Jozef, Steenhuffel of Malderen. Dat wil absoluut niet zeggen dat die jongeren daar minder belangrijk zijn, maar daar is alles nog redelijk onder controle. We willen natuurlijk iedereen in de richting krijgen van JH Heidestip of JH ODT, maar we beseffen dat daar opportuniteiten zitten voor de jeugd die we niet rechtstreeks kunnen bereiken via de JAL. Voor jongeren die niet verbonden zijn met jeugdbewegingen, kan het JH extra kansen bieden. Momenteel kunnen ze die echter niet aanbieden, ook al zouden ze dat willen. Het probleem is dat ze daar vastzitten aan de locatie, de druk om elke maand de huur te moeten betalen, waarvoor ze dan inspanningen moeten leveren. Hierin willen we als gemeenschap een stuk in ondersteunen, maar daar staat dan wel iets tegenover. In het verleden was het zo dat het JH altijd zelf instond voor de kosten en bijgevolg geen inmenging toestond vanuit de gemeente. Ondertussen is die situatie iets anders. Wij hebben opportuniteiten bij hen en dit is voor hen een houvast waardoor ze de komende jaren zekerheden kunnen bieden aan de jeugd die het JH bezoekt. We willen dat alleen versterken. Dat is zo'n beetje het convenant. We hebben dat uit het subsidiereglement getrokken. We gaan hen iets anders beschouwen dan jeugd- en sportverenigingen. Dit komt voort uit het traject dat JH Heidestip en JH ODT hebben gelopen met Formaat. Van daaruit zijn we beginnen werken en van daaruit komt ook het convenant.
Raadslid Gerda Verhulst vraagt hoe ze dit in de praktijk moet zien. Welke rol zit daar voor de gemeente? Wanneer ik dit convenant lees, onthoud ik 2 dingen: JH ODT kan 6.000 euro krijgen buiten de normale subsidie en er is vooral een grote nood aan infrastructuur. Dat is eigenlijk de rode lamp die brandt. Ik denk dat dat net het heikel punt is, waar geen van beide partijen een antwoord op kan bieden. Die 6.000 euro is ondersteuning om die methodiek uit te rollen, veronderstel ik, en om hier en daar wat instandhoudingswerken mee te ondersteunen, want het JH is rot en kapot.
Dimitri Robbyns zegt Gerda Verhulst te volgen en wil dan ook duidelijk schetsen dat wanneer hij startte als schepen in 2019, het heel snel duidelijk was dat er problemen waren. Dat ging over het huurcontract tussen - toen - Diepensteyn en het JH. Hij is toen in gesprek gegaan met de verhuurder, die aangaf dat het om een horecacontract ging en dat dat de manier van werken is voor al hun horecacontracten. Het contract werd ondertekend, dus het JH kan ermee doen wat ze willen. Ook de ramen e.d. zijn ten laste van de huurder, omdat dit eigen is aan een horecacontract, dit in tegenstelling tot een particulier huurcontract. De huurder moet zelf mee kunnen instaan voor de 'look and feel' van hun etablissement. Dat is de redenering van de verhuurder. Hij is daar dan ook redelijk snel tegen een muur aan gelopen. Zij (JH) zijn niet diegenen die aan horeca-uitbating doen, ze zijn met heel andere dingen bezig, maar ze moesten wel de huur kunnen betalen. Dat is de prioriteit. Schepen Robbyns heeft toen aangegeven dat het pand eigenlijk voor het JH een 'no go' is en dat dit niet vol te houden is. Wanneer er niet genoeg inkomsten zijn, maar de huur en alle bijkomende kosten moeten betaald worden... dat kan niet! Dit is niet de toekomst van het JH. Wanneer je dan op zoek gaat naar alternatieven, is dat moeilijk... het heet immers 'Onder den Toren', we kunnen dus niet weg uit het centrum, maar daar hangt natuurlijk wel een stevig prijskaartje aan. Als schepen zit ik daar redelijk vast. Vandaar dat ik dit wel wil ondersteunen, maar dan wel op voorwaarde dat er medewerking komt. Deze medewerking houdt o.a. in dat het JH 2 middagen per week tijdens de middagpauze zal worden geopend voor de leerlingen van de middelbare scholen die nu verspreid over het dorp hun middagpauze doorbrengen. Hiervoor zullen we als gemeente ondersteuning geven, dus niet enkel financieel, maar we willen hier ook vrijwilligers voor zoeken. Daar waar vroeger werd geredeneerd dat, aangezien ze alles zelf betaalden, de gemeente hen met rust moest laten, en dat ze alles zelf gingen regelen, zullen wij als gemeente nu mee investeren én ook mee zoeken naar oplossingen, zodat we op die problematiek toch al wat kunnen inspelen. Voor de site hebben we nog geen oplossing, maar door dit convenant, wil het JH meedenken om voor de plaats waar ze nu zitten oplossingen te zoeken en ze zijn ook bereid om mee te denken. De bedoeling van dit convenant is dan ook om een connectie te maken tussen de gemeente en het JH. Waar we gaan uitkomen, of hoe we die kansen gaan grijpen, zal de toekomst uitwijzen. Voorlopig geven we die 6.000 euro, zodat er wat druk van de schouders is en we ook mee kunnen denken waar we naartoe gaan. In dat convenant staat ook dat als we voor die 6.000 euro meer kunnen bieden en een andere locatie kunnen vinden om extra te kunnen stimuleren naar de jeugdwerking toe, of de jeugd die niet verbonden is met de Chiro of de Scouts, gaan we daar ook in meegaan. Dat wordt bij deze ook mee ondertekend, want dat zit daar ook in - laten we hen de 'vrije jeugd' noemen - en de problematiek van het JH, die we al 3 of 4 keer hebben moeten redden, omdat ze dat nodig hebben. En wij kunnen hen niet missen. We zien ook in dat, wanneer wij problemen hebben met hangjongeren, zij daar een grote rol in kunnen spelen, want zij hebben toch wel wat contacten.
Raadslid Verhulst pikt hierop in en zegt dat dat in het verleden ook georganiseerd werd, het openhouden van het JH tijdens de middagpauze, maar alles hangt af van de mensen die dit willen doen.
Dimitri Robbyns reageert hierop dat ze het toen zelf moesten regelen. Doordat we nu dit convenant zouden ondertekenen, geven wij ook ons engagement. We willen meehelpen om dat te ondersteunen, maar we moeten wel meegaan en ervoor zorgen dat die jonge gasten ergens op een laagdrempelige manier kunnen chillen. Het is eigenlijk een combinatie van 'wat wil onze gemeenschap?' en 'wat wil de jeugd/JH?'. Dat hebben we proberen te combineren.
Raadslid Gert Van Asschet zegt dat hij dit heel nobel vindt en dat hij daar volledig achter staat. Hij vraagt echter of we hiermee geen precedent scheppen. Wat als andere jeugdhuizen ook komen aankloppen?
Schepen Robbyns zegt dat JH Heidestip een andere problematiek heeft. Bij JH Heidestip gaat het vooral om de locatie. Onze gemeenschap heeft dat daar fantastisch opgelost. De ene partij had een locatieprobleem, de andere partij een probleem om vrijwilligers te vinden. Ze zijn dan tot een consensus gekomen. Die problematiek is helemaal anders. In Sint-Jozef is er niet de problematiek die we hier kennen. Hier is er vooral een probleem met de middagpauze van de scholen in het dorp. We krijgen de uitstroom van leerlingen tijdens de middagpauze niet geregeld. Ik ga ook niet zeggen dat het JH alles gaat oplossen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat het daar laagdrempelig is. Vóór het convenant was de redenering: JH betaalt huur, dus JH beslist. Nu heeft de gemeente wél inspraak. Zij hebben een win en wij hebben een win. Wanneer er effectief andere jeugdhuizen met dezelfde vraag komen (4 jeugdhuizen aan 6.000 euro per jeugdhuis), ben ik onmiddellijk bereid om dit te doen. Ik ga ervan uit dat er geen enkel college en geen enkele gemeenteraad er iets op tegen zal hebben dat er jeugdhuizen zouden gesteund worden en waarbij de gemeente dan inspraak zou hebben? We gaan de jongeren die niet in jeugdverenigingen zitten naar ons toe trekken en ze laagdrempelig ontvangen? We kunnen er controle over houden en weten wie waar zit? Dan wil ik daar onmiddellijk 4 keer 6.000 euro voor neertellen. Maar goed, dit is nu wat er voorlegt, gebaseerd op de problemen in het centrum. Het huidige ODT-bestuur, bestaande uit 15 personen, heeft dit unaniem goedgekeurd. Dit is belangrijk om weten, dat er geen tegenkanting is. Wanneer je dit convenant 15 jaar geleden had voorgelegd, had dit ongetwijfeld een grote rel veroorzaakt binnen de gemeenteraad. Dat had toen niet goedgekomen. Maar ik denk dat dit het juiste moment is voor een dergelijk convenant.
Burgemeester Conny Moons wil, in antwoord op de vraag van raadslid Verhulst, nog willen toevoegen dat ze het als burgemeester ook vaak ziet vanuit het evenementenloket, waarbij ze bijna bij elk overleg ontelbare fuiven moet goedkeuren. Ze moeten momenteel dus enorm veel fuiven organiseren om dat gebolwerkt te krijgen. Ze zijn voornamelijk bezig met het redden van de meubelen en de schik, zoals je dat zou moeten kunnen vinden onder de leiding van een jeugdhuis, is er niet meer. Ze proberen dan angstvallig om de toelating te krijgen voor de organisatie van de fuif, zodat ze hun budget rondkrijgen. Kort samengevat kan je stellen dat het JH of de jeugdwerking niet meer tot zichzelf komt. Dat is de essentie. Ze zijn niet meer bezig met wat de essentie van een jeugdwerking zou moeten betekenen. Als je dat niet kan, kan je ook niet objectiveren, laat staan dat je kan relativeren of de locatie waar je zit wel vol te houden is tussen dit en een paar jaar en dan vooral richting de toekomst. Dat is eigenlijk waar het om gaat. Wij steken hen nu een beetje maturiteit en expertise onder de arm om de stress en de druk er wat af te laten en het wat te kunnen loslaten. Ik ben ervan overtuigd dat het infrastructureel luik organisch zijn plaats zal krijgen. Ik weet nog niet of dat dan A, B of C zal zijn. Daar spreek ik me niet over uit en of het dan nog letterlijk onder die toren zal zijn. Maar je zal zien dat die maturiteit gaat aanzwellen en dat gaat organisch groeien. Dat is een beetje de essentie van dit verhaal.
Raadslid Verhulst denkt dat de jeugd van ODT moet gaan beseffen dat ze voortdurend aan het rekenen zijn om rond te komen, maar dat ze het uiteindelijk de eigenaar heel gemakkelijk maken. Ze moeten een zware huur betalen en ze staan in voor elke herstelling. Daar kan nu niets aan veranderen, dat weet ik, maar dat besef zou eigenlijk moeten komen en ik hoop dat dat er ondertussen is.
Dimitri Robbyns zegt dat dat besef er nu wel is. Ik denk dat dit de laatste maanden, of zelfs in de laatste jaren, dit besef gekomen is. Ze hebben 2 heel mature voorzitters gehad die beseften dat het zo niet verder kan, als we de volgende generaties van het JH willen garanderen. Daarom is het zo belangrijk mee ondersteuning geven. Wanneer er dan eens een ploeg is die het wat moeilijker heeft, of misschien niet die maturiteit heeft, dat we dan nog mee kunnen ingrijpen.
Raadslid Koen Vanhoof vraagt zich nog af of JH ODT nog een soort van comité van oud-voorzitters/-leden heeft als overkoepelend orgaan.
Dit wordt bevestigd door zowel Dimitri Robbyns als Ilias Moussaid, met de verduidelijking dat zij niet actief betrokken zijn met de dagelijkse werking van het JH. Ze zijn wel betrokken bij de organisatie van de Torekensfeesten.
Raadslid Vanhoof geeft aan dat het misschien niet slecht zou zijn wanneer deze mensen opnieuw wat meer ondersteuning zouden bieden en eventueel de overlegmomenten met de gemeente mee zouden volgen.
Raadslid Ilias Moussaid vraagt nog hoe het openhouden van het JH tijdens de middagpauze praktisch in zijn werk zal gaan. Het huidige bestuur bestaat uit studenten die zelf overdag op school zitten.
Schepen Robbyns zegt dat hen concreet gevraagd is wat ze wel of niet aankunnen. De gemeente wil hier ook ondersteuning bieden. Concreet wil dat zeggen dat de gemeente mee richting de scholen zal gaan om te onderhandelen en eventueel ook op zoek zal gaan naar vrijwilligers om het JH open te houden tijdens de middagpauze.
Het vernieuwde Jaarmarktcomité van Londerzeel Centrum wil het kermisprogramma van de Septemberkermis te Londerzeel centrum opwaarderen. Ze hebben hiertoe een vernieuwd kermisprogramma uitgewerkt. Het comité heeft het voorstel ingediend om de jaarmarktdag (tot op heden telkens op maandag volgend op de 4de zondag van september) te wijzigen naar de 4de zondag van september. Op maandag 27.11.2023 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord om de jaarmarktdag voor Londerzeel Centrum te wijzigen naar de 4de zondag van september (vanaf 12 uur).
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de latere wijzigingen
- beslissing van de gemeenteraad in zitting van 23 oktober 2007 houdende goedkeuring gemeentelijk reglement ambulante handel, zoals gewijzigd op 25 juni 2013 en op 25 oktober 2022
- beslissing van het college van burgemeester en schepenen op 27 november 2023
- voorstel van het vernieuwde kermisprogramma van het Jaarmarktcomité van Londerzeel-Centrum (bijlage)
Dit voorstel kwam tot stand in samenwerking met de Orde van de Kiekenpoot. Het voorstel werd afgetoetst bij de verschillende stakeholders.
Het voorstel komt het kermisgebeuren ten goede, aangezien er meer bezoekers worden verwacht door de extra inspanningen van het nieuwe jaarmarktcomité en het opgewaardeerde kermisprogramma.
Schepen Veerle Pas leidt dit agendapunt in en geeft het woord aan Tom Moyson en Hilde De Bondt van het jaarmarktcomité, die de verdere uitleg geven.
Raadslid Gerda Verhulst vraagt hoe de Kiekenpoot reageert op het nieuwe programma, aangezien zij dan op zaterdag een kermis op gang gaan trappen die dan eigenlijk al bezig is.
Tom Moyson geeft aan dat de Kiekenpoot volledig mee is met dit verhaal. Zij zijn trouwens 1 van de eersten die we gesproken hebben. Ze hebben ook een nieuwe voorzitter waarmee we de eerste brainstormsessies gedaan hebben, omdat dit ook allemaal 'Londerzelenaars pur sang' zijn en omdat daar ook alle leeftijdscategorieën inzitten. Dat is trouwens ook 1 van de redenen waarom het niet op zaterdag, maar op zondag zal zijn.
Gerda Verhulst geeft nog aan dat ze vreest voor de balletjesworp op maandag.
Hilde De Bondt zegt dat dit niet het initiële plan was, maar dat de foorkramers daar op staan, omdat dit iets is dat deels door hen geschonken wordt. Oorspronkelijk hadden ze voorzien om de balletjesworp op vrijdag te doen, om de kermis dan zo op gang te trekken. Dat hebben ze eigenlijk geweigerd, omdat ze absoluut die maandag nog willen. Ze zijn er niet van overtuigd. In hun hoofd verliezen ze een dag. Wij zijn er echter van overtuigd dat dit niet zo is, want zaterdag en zondag zijn nu maar twee kermisdagen maar, met weinig animo, want iedereen wacht op de jaarmarkt van 's maandags. Wij zijn er dus van overtuigd dat, wanneer we die vrijdag samen met de Scouts een goede afterwork kunnen doen, in combinatie met het feit dat we gedurende het hele weekend een tent gaan zetten, dat dit dus een extra dag is. We hebben dat van die tent besproken met de Scouts en met De Burcht en die zien dat zitten. In het begin was er wat twijfel.
Tom Moyson vult aan dat vooral de bedoeling is om het weersbestendig te maken. Als we terugkijken op de laatste 5 jaarmarkten, hadden we 3 jaarmarkten regen. Dat is voor de scouts een ramp, want als het dan regent, is men niet geneigd om daar in de regen te gaan staan. Wat de balletjesworp betreft, beweren de foorkramers dat ze deze in het leven geroepen hebben omdat het de bedoeling is dat de kindjes eerst hun centen opdoen op de kermis en dat ze dan op maandag toch nog die extra incentive krijgen om toch nog naar de kermis te komen en toch nog een centje op te doen. Zo zien zij dat heel commercieel, ik vond dat heel kort door de bocht.
Hilde De Bondt wil nog even verdergaan op de vraag van Gerda Verhulst en ze geeft mee dat de Kiekenpoot de rondgang zou starten aan de Streekbieren van de Scouts. De uitreiking van de gouden kiekenpoot zou ook daar zijn. Dat zou dan ook ineens de start zijn van het kermisbal.
Schepen Veerle Pas zegt dat Hof van Boeres op zondagavond wil kunnen afsluiten.
Tom Moyson geeft nog mee dat het ook de bedoeling is om er zoveel mogelijk de traditie er te kunnen inhouden voor wat betreft de dieren en de prijskampen, maar dat ze ook zullen inzetten op een knuffelboerderij. 99% van de stakeholders gaan mee in dit verhaal.
Raadslid Gerda Verhulst vraagt hoe het zit met de scholen? Wanneer de jaarmarkt op maandag was, hadden de scholen in Londerzeel centrum vrijaf.
Schepen Greet Segers geeft aan dat het wel de bedoeling is om die vrije maandag te behouden, maar dat we dit als gemeentebestuur enkel kunnen beslissen voor onze eigen scholen.
Schepen Robbyns denkt dat we vanuit de gemeenteraad wel het signaal kunnen aangeven dat we graag zouden hebben dat onze scholen vrij zijn op maandag.
Raadslid Bart Van Doren vindt het goed dat het comité zijn schouders zet onder de jaarmarkt en is blij dat ze blijkbaar de tegenstand die er was, overwonnen hebben. Hij hoorde en cours de route toch dat er weerstand was, onder meer de Scouts die toch een bron van inkomsten zagen verliezen, maar inderdaad al logistiek zwaar ondersteund wordt. Dat is dan precies toch een oplossing voor hen.
Hilde De Bondt antwoordt hierop dat het net de bedoeling is om hen te ondersteunen en hun inkomsten te doen stijgen. De Scouts is ondertussen ook unaniem akkoord.
Raadslid Ilias Moussaid concludeert dat alles op zondag gebeurt en dus niets meer op maandag, maar hier staat dan wel dat de kermis op maandag blijft.
Hilde De Bondt zegt dat dat komt omdat de foorkramers absoluut tot maandag willen blijven.
Ilias Moussaid concludeert dat het dan voor de foorkramers positiever is, omdat ze dan een dag meer krijgen.
Hilde De Bondt vult nog verder aan dat ze dus ook nog op die maandag die balletjesworp nog wilden doen om kindjes te lokken.
Raadslid Verhulst zegt dat de jaarmarkt op zondag i.p.v. op maandag MOET lukken, want dat we niet meer terugkunnen.
Schepen Veerle Pas maakt van de gelegenheid gebruik om het jaarmarktcomité en de dienst Lokale Economie te bedanken voor al het werk dat ze hier al in gestoken hebben. Ze wenst hen dan ook heel veel succes met de eigenlijke jaarmarkt!
De gemeente heeft de ambitie om de inwoners te versterken met betrekking tot hun digitale vaardigheden en wenst parallel de drempels te verlagen. Om hierop effectief een beleid uit te werken tekende de gemeente in op de Vlaamse subsidieoproep ter implementatie van een e-inclusiebeleid en ontving hiervoor 39.435 euro. De acties binnen deze subsidieoproep dienen gefinaliseerd te zijn uiterlijk in december 2024. We gaan hiervoor samenwerken met Blenders vzw en met Avansa Brussel-Halle vzw i.f.v. de uitrol van het actieplan digitale inclusie.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- visienota en bijhorend actieplan
- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 januari 2024 houdende goedkeuring van een visienota en actieplan 2024 inzake digitale inclusie
Omdat digitale inclusie een probleem is dat transversaal dient aangepakt te worden, hebben we een werkgroep opgericht met afgevaardigde personeelsleden van de diensten Zorg, Welzijn, Samenleving, IT, Communicatie, Vrijwilligersloket, Bibliotheek en Vrije Tijd. Samen met de werkgroep hebben we de visienota en het actieplan opgemaakt. Tim Lerno heeft als projectverantwoordelijke tevens een 5-daagse opleiding "digitale inclusie-coach" gevolgd bij VVSG, waarin werd gefocust op het beleidsmatige en op de lokale regierol.
Verder werd er overlegd met, en werden er offertes gevraagd aan, 3 potentiële externe partners, die ons hierbij kunnen ondersteunen: Blenders (Digidak), Avansa Halle-Vilvoorde en Linc.
Een combinatie van Blenders (Digidak) en Avansa Halle-Vilvoorde lijkt ons het meest aangewezen en past binnen het budget. Beiden hebben reeds tientallen jaren ervaring met digitale inclusie en zetten ook in op het uitbouwen van een lokale vrijwilligerswerking. Terwijl bij Avansa de focus ligt op het verbinden van mensen, focust Blenders eerder op het maximaliseren van de leerwinst bij kwetsbare doelgroepen. Avansa biedt bv. geen opleiding aan voor vrijwilligers, maar ondersteunt deze op de werkvloer.
De opleiding en intervisie door Blenders zorgt ervoor dat Avansa haar werking verder kan professionaliseren tijdens een pilootproject dat ook voor hen leerzaam is. De toegang tot de leermiddelen van Blenders vormt een handige aanvulling om het materiaal dat Avansa zelf reeds ontwikkeld heeft in functie van de thematische workshops. Interessant is ook dat we de leermiddelen (40-tal onderwerpen) kunnen afdrukken als boekje voor de deelnemers.
De volledige opdracht aan Blenders gunnen is budgettair niet haalbaar en zou ook niet erg praktisch zijn, gezien de grote afstand (regio Turnhout).
Linc is de minst interessante potentiële partner, o.m. omdat ze nog geen leermiddelen hebben ontwikkeld voor thematische workshops, wat een hoge kostprijs met zich mee zou brengen. Zij hebben na het eerste verkennende gesprek geen offerte bezorgd.
De opdracht bestaat eruit om enerzijds een lokale vrijwilligerswerking op te zetten, aan te sturen en te ondersteunen. Anderzijds dienen de medewerkers van Avansa voor continuïteit van dienstverlening te zorgen. Budgettair kunnen maximaal 22 (van de 36) sessies van de wekelijkse Digidokter begeleid worden, evenals alle 16 groepsleersessies.
Op termijn willen we de externe begeleiding door Avansa tot een noodzakelijk minimum beperken, zodat dit project de komende jaren ook zonder subsidies verduurzaamd kan worden, met een beperkte budgettaire impact. Ook de samenwerking met Blenders (opleiding vrijwilligers + toegang leermiddelen) wordt op het einde van dit pilootjaar geëvalueerd.
Door de samenwerking met 2 externe partners kunnen we de werklast voor medewerkers beperkt houden, zodat het project haalbaar wordt. Naar vrijwilligers toe zorgt dit aanbod voor voldoende professionele ondersteuning en houvast, om de vrijwilligersvacature aantrekkelijk te maken.
Voor actie 5.12.2 (Ontwikkelen en uitvoeren van een visienota aangaande 21ste eeuwse vaardigheden, mediawijsheid en digitale kloof) werd voor 2024 een budget van 24.435 euro aan uitgaven voorzien.
Tevens werd er door de sociale dienst 5.000 euro aan uitgaven voorzien voor de tenlasteneming van internetabonnement.
10.000 euro wordt gespendeerd als personeelskost voor een maatschappelijk werker (toeleiding betaalbaar internet, toeleiding Digidak,...).
Bovenstaande uitgaven worden gecompenseerd met een ontvangen subsidiebedrag van 39.435 euro.
Schepen Els Van den Broeck leidt dit agendapunt in.
Raadslid Ilias Moussaid geeft aan niet onmiddellijk een vraag of opmerking te hebben over de visienota. Hij gaat ervan uit dat bij het uitlenen van een laptop, de mensen wel hun best zullen doen om daar zorg voor te dragen, maar wat als die toch per ongeluk zou vallen en dus beschadigd is? Dan zit je wel ineens met de enorme kost van een nieuwe laptop. Werd daar rekening mee gehouden?
Schepen Van den Broeck antwoordt dat hier rekening mee gehouden is, omdat het uiteraard heel plausibel is dat zoiets gebeurt. Het kan dan ook een uitdaging zijn voor onze vrijwilligers om daarin te helpen om die terug te herstellen, maar als dat echt naar de vaantjes is... Maar er is rekening mee gehouden dat zoiets kan gebeuren. Dat gebeurt ook met e-readers, of zelfs ook met boeken, dat daar onherstelbare schade aan komt.
Cultuur Noordrand vzw heeft een ontwerp-samenwerkingsovereenkomst tussen Cultuur Noordrand en de lokale UITPAS-partners opgemaakt. Omdat we de UITPAS regionaal uitrollen, is het belangrijk dat 1 samenwerkingsovereenkomst op het niveau van het intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt afgesloten. Dit om te vermijden dat elke overeenkomst, individueel door 6 gemeenteraden moet bekrachtigd worden. Uiteraard moet elk lokaal bestuur zijn akkoord geven aan de inhoud ervan, waardoor dit dossier wordt geagendeerd op het college, GRC en Gemeenteraad.
Lokale besturen kunnen aan het gemeenschappelijke samenwerkingsovereenkomst lokale annexen toevoegen, met regels en afspraken die enkel lokaal van toepassing zijn.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- beslissing van de gemeenteraad van 23 april 2019 houdende goedkeuring deelname aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband (IGS) voor cultuur ‘Noordrand’ voor de periode van 2020 tot 2025
- beslissing van college van burgemeester en schepenen van 20 juni 2022 houdende goedkeuring princiepsbeslissing inzake onderzoek naar de implementatie van de UiTPAS Noordrand
- beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 5 juni 2023 houdende toetreding tot UITPAS Noordrand
- beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2023 houdende goedkeuring toetreding tot Regionaal Netwerk Vrijetijdsparticipatie Noordrand en goedkeuring van de afsprakennota
- beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2023 houdende goedkeuring toetreding tot UiTPAS Noordrand
Belangrijk bij de uitrol van de UITPAS is dat deze enerzijds voldoende aantrekkelijk wordt gemaakt voor een breed publiek en dat anderzijds het kansentarief op voldoende plaatsen en evenementen wordt aangeboden. Daarom willen we lokale verenigingen stimuleren om UITPAS-partner te worden, zodat ook zij het kansentarief aanbieden. We stellen voor om dit te doen door elke vereniging tot max. 200 euro per jaar te ondersteunen bij het aanbieden van omruilvoordelen.
Dit maakt de UITPAS enerzijds aantrekkelijk voor verenigingen en compenseert hun bijdrage aan het kansentarief. Anderzijds zet het verenigingen ook aan om actief aan de slag te gaan met punten sparen en omruilvoordelen, wat de UITPAS voor alle inwoners aantrekkelijk maakt. We hebben dit voorstel opgenomen als annex 1 bij de overeenkomst.
Bij de toepassing van het kansentarief betaalt de deelnemer steeds 20% van de kostprijs. De organisator neemt 40% voor zijn rekening. De gemeente waar de persoon met kansentarief gedomicilieerd is, neemt de overige 40% voor haar rekening. Enkel pashouders met een UITPAS van regio Noordrand komen in aanmerking voor het kansentarief.
Een tweede annex bij de overeenkomst betreft de zogenaamde 5%-regel. Met deze regel willen we vooral de drempelvrees en mogelijke vooroordelen wegwerken bij het werven van verenigingen als UITPAS-partner (het idee dat ze zeer veel mensen met kansentarief gaan aantrekken). Deze regel beschermt verenigingen hiertegen, door te stellen dat de lokale overheid van de gemeente waar de persoon gedomicilieerd is 80% van de kostprijs voor haar rekening neemt, van zodra de vereniging meer dan 5% deelnemers of leden met kansentarief bereikt heeft.
Hoewel we in samenwerking met de dienst Samenleving, het Welzijnsloket en het Zorgloket stevig willen inzetten op de toeleiding van kansengroepen naar het vrijetijdsaanbod en het verenigingsleven, verwachten we dat de toepassing van de 5%-regel in de praktijk geen of een geringe financiële impact zal hebben, gezien de vele bestaande drempels voor vrijetijdsparticipatie door kansengroepen.
Deze optionele regel werd reeds eerder meegenomen in de princiepsbeslissing van de gemeenteraad over de UITPAS: het staat alle lokale besturen die de UITPAS van regio Noordrand gebruiken vrij om deze al dan niet op te nemen in de overeenkomst en regionaal toe te passen.
Op GE/6143003/actieplan 5.10/actie 5.10.8 werd in totaal 6.000 euro voorzien voor alle welkomst- en omruilvoordelen en voor de ondersteuning van verenigingen bij het aanbieden van omruilvoordelen.
Op GE/6131999/actieplan 5.10/actie 5.10.8 werd 990 euro voorzien voor de (gedeeltelijke) terugbetaling van het kansentarief aan de regionale UITPAS-partners (enkel voor eigen inwoners).
Schepen Dimitri Robbyns leidt dit agendapunt in.
Raadslid Gerda Verhulst vraagt hoe dit verhaal eruit ziet voor het zwembad.
Schepen Robbyns zegt dat hij Sportoase niet kan verplichten om mee in te stappen bij UiTpas.
Voor raadslid Ilias Moussaid is de 5%-regel nog niet geheel duidelijk.
Volgens Dimitri Robbyns komt het erop neer dat wanneer er 100 mensen gebruik maken van het kansentarief, dan geldt dit vanaf de 6de persoon. Het gaat wel degelijk om 5% op het kansentarief en niet gewoon 5% op de UiTpas.
Namens 10 GRC Mens,
Veerle BAUDET
secretaris GRC
Koen ZWETSLOOT
voorzitter GRC Mens