Bij het afsluiten van het boekjaar wordt de jaarrekening opgemaakt. De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
Vanaf het MJP 2020-2025 vormen de gemeente en het OCMW samen 1 rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening op. Juridisch blijven het echter 2 afzonderlijke entiteiten, waardoor zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening dienen te stemmen. De gemeenteraad keurt het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.
Het geconsolideerd resultaat boekjaar 2024 (GE + OC) is het volgende
Het budgettair resultaat van het boekjaar bedraagt: €1.988.339
Het gecumuleerd resultaat vorig boekjaar bedraagt: €11.104.179
Het gecumuleerd budgettair resultaat en tevens ook het beschikbaar budgettair resultaat bedragen: €13.092.518
De AFM (autofinancieringsmarge) bedraagt: €3.475.674
Een rechtstreeks gevolg van de geïntegreerde beleidsdocumenten GE en OC is dat er geen gemeentelijke bijdrage aan het OCMW meer wordt berekend en opgenomen in het MJP.
Artikel 274 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeente ervoor moet zorgen dat het OCMW zijn financiële verplichtingen kan nakomen. Dat verloopt echter niet meer zoals vroeger via de opname van een geraamde gemeentelijke bijdrage in het meerjarenplan, maar door een tussenkomst in de financiële verplichtingen van het OCMW bij de vaststelling van de jaarrekening en de resultaatsverwerking die erin is opgenomen.
De ‘tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW’ is geen opgelegde ‘berekening’, en berust louter op consensus tussen de gemeente en het OCMW. Het is aan beide raden om hierover te beslissen. Ingevolge de beslissing van de resp. raden van 25 mei 2021 wordt de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW bepaald op negatief saldo van het gecumuleerd budgettair resultaat van het OCMW tot herroeping van dit principe.
Voor boekjaar 2024 komt dit neer op een bijdrage van €2.975.960
De gemeente en haar OCMW vormen samen 1 rapporteringsentiteit en maken een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. De gemeenteraad keurt het deel van de jaarrekening zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed en stelt zo de gezamenlijke jaarrekening van de gemeente en het OCMW definitief vast.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de latere wijzigingen, en meer bepaald art. 41 lid 2, 3° en art. 249 DLB.
- organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen
- besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Schepen Bart Van Doren leidt het agendapunt in.
Christel Van Hoeymissen, financieel directeur, geeft toelichting bij het agendapunt:
Bij het afsluiten van het boekjaar wordt de jaarrekening opgemaakt. De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie (in welke mate en tegen welke kost werden de acties of actieplannen en beleidsdoelstellingen uit de strategische nota van het meerjarenplan gerealiseerd), een financiële nota en een toelichting.
- Beleidsevaluatie = terug te vinden in de bundel van p.6 tot p.149
- Financiële nota = terug te vinden in de bundel van p.150 tot p.164
- Toelichting = terug te vinden in bundel vanaf p.165
In document J3 ‘kredietrealisatie’ staat een opsplitsing van de kredieten OCMW en de kredieten Gemeente (p.158 in bundel):
Afgeronde cijfers |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Gemeente |
|
|
- Exploitatie |
27,8M |
36,9M |
- Investering |
12,2M |
10,6M |
- Financiering |
2,7M |
200.000 |
OCMW |
|
|
- Exploitatie |
13,8M |
11,1M |
- Investering |
123.000 |
28.700 |
- Financiering |
270.000 |
0 |
Het geconsolideerd resultaat boekjaar 2024 (GE + OC) is het volgende:
- Het budgettair resultaat van het boekjaar bedraagt: €2M (afgerond: €1.988.339)
- Het gecumuleerd resultaat vorig boekjaar bedraagt: €11,1M
- Het gecumuleerd budgettair resultaat en tevens ook het beschikbaar budgettair resultaat bedragen: €13M
- De AFM (autofinancieringsmarge) bedraagt: €3,4M
Een rechtstreeks gevolg van de geïntegreerde beleidsdocumenten GE en OC is dat er geen gemeentelijke bijdrage aan het OCMW meer wordt berekend en opgenomen in het MJP.
Voor boekjaar 2024 komt dit neer op een bijdrage van € 2,9M.
Concreet: De jaarrekening 2024 sluit met een beschikbaar budgettair resultaat (vroeger = resultaat op kasbasis) van €13M wat bij budgetopmaak (na laatste AMJP) geraamd op €5M.
Hoe komt men tot het resultaat van het boekjaar?
Resultaat van het boekjaar = saldo exploitatiebudget + saldo investeringsbudget + saldo liquiditeitenbudget
Het saldo = het verschil tussen de uitgaven en de ontvangsten
1) Exploitatie:
In € |
JR |
MJP |
Verschil (JR-MJP) |
Ontvangsten |
48,1M |
42,2M |
5,9M |
Uitgaven |
41,6M |
40,3M |
1,3M |
Saldo |
6,5M |
1,9M |
4,6M |
Verschillen in exploitatiebudgetten:
- Ontvangsten
- Uitgaven
Op p.166 ev. in bundel is een overzicht opgenomen van de voornaamste verschillen tussen MJP en JR, opgesplitst per BI en AR
2) Investeringen:
In € |
JR |
MJP |
Ontvangsten |
10,7M |
1,1M |
Uitgaven |
12,3M |
8,2M |
Saldo |
-1,6M |
-7,1M |
Verschillen in investeringsbudgetten:
- Ontvangsten
- Uitgaven
Op p.202 in bundel is een overzicht opgenomen van de voornaamste verschillen tussen MJP en JR, opgesplitst per BI en AR
3) Financiering:
In € |
JR |
MJP |
Ontvangsten |
190.000 |
2,2M |
Uitgaven |
3M |
3M |
Saldo |
-2,8M |
-800.000 |
- Ontvangsten
- Uitgaven
Voor een overzicht ‘evolutie van de schuld’, zie document T4 (p.207)
Totaal financiële schuld 2020: €41,9 -> €29,2 in 2026
Vragen van raadslid Conny Moons:
1) Wat is het verschil tussen de uitgaven en de ontvangsten 2023 - 2024 GAS5?
Uitgaven 2023: start in april aan Taas (3 straten Heerbaan, Stuikberg en Zwaluwstraat) - €500.000 (ristorno €322.870 en hoeveelheidskorting €62.529) + aan Haviland - €611.000
Ontvangsten 2023: 1,3M
Uitgaven 2024: aan Taas (4 straten Heerbaan, Stuikberg, en Steenhuffeldorp) - €346.000 (ristorno €329.910 en hoeveelheidskorting van €55.359) + Haviland - €540.000
Ontvangsten 2024: 1,2M
2) Is er een uitsplitsing/straat met de cijfers van Taas beschikbaar? En van Haviland? Deze cijfers zijn belangrijk, zeggen waar de controles het meeste effect hebben.
Taas: een uitsplitsing van de cijfers per straat is beschikbaar
Haviland: geen uitsplitsing op de facturen
3) Via Belfius (Kenny Van den Bergh) wordt er jaarlijks een analyse opgemaakt van de gemeentelijke cijfers t.o.v. een cluster. Kan deze analyse worden gepresenteerd op een volgende GRC?
Vraag zal worden gesteld aan Kenny Van den Bergh, en de analyse (cijfers 2023) zal al worden overgemaakt aan de leden van de commissie.
Namens 17 GRC Interne Zaken,
Leen VAN BREEDAM
secretaris
Koen VANHOOF
voorzitter