Vanaf 1 januari 2026 gaan we in Londerzeel aan de slag met het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten. We korten de overgangsperiode ook in en starten met de BOA-aanpak in Londerzeel op 1 september 2025, zodat we mooi per schooljaar kunnen starten. Dit wil zeggen dat we als lokaal bestuur regisseur worden van het geïntegreerd aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten voor alle kinderen en gezinnen. Meer algemene informatie over het BOA-decreet is te vinden op www.opgroeien.be/boa
We deden in Londerzeel de afgelopen tijd bevragingen bij kinderen, ouders, scholen en verenigingen. We bepaalden het concept voor de buitenschoolse opvang en schreven hiervoor een openbare aanbesteding uit. Deze aanbesteding werd gegund aan 3Wplus Kinderopvang. De samenwerkingsovereenkomst en de bijlagen rond het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur worden bij dit agendapunt toegevoegd ter goedkeuring. Voor de opvang in de scholen werken we samen met de scholen en 3Wplus nog afspraken uit. Ook de verwerkersovereenkomst die bij deze overeenkomst hoort, ligt nog ter voorbereiding bij de DPO.
We stelden met de stuurgroep ook het retributiereglement op voor de ouderbijdragen voor de voor- en naschoolse opvang door 3Wplus. Dit reglement wordt ter goedkeuring toegevoegd aan dit agendapunt.
Op 28 februari besliste de Vlaamse Regering over de verdere uitvoering van het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten. Er worden bijkomende middelen geïnvesteerd en het kwaliteitslabel voor kleuteropvang valt weg. Door deze beslissingen dringen nieuwe keuzes zich op om het traject verder vorm te geven.
Het vormgeven van het aanvullend activiteitenaanbod gebeurt momenteel nog in een aparte werkgroep, aangezien de bijkomende middelen weer nieuwe sporen realistisch maken. Het doel is om te landen in juni met een kader/aanpak voor de aanvullende activiteiten.
Om de kwaliteitsvereisten en afspraken uit de gunning aan 3Wplus duurzaam te maken, werden deze omgevormd tot een samenwerkingsovereenkomst en de overeenkomsten voor het gebruik van gemeentelijke gebouwen. In de toekomst volgen nog de afspraken met de scholen en de verwerkersovereenkomst om het afsprakenkader te vervolledigen. Gelet op het gegeven dat de overgang naar 3Wplus vanaf september 2025 realiteit wordt, is het wenselijk om de samenwerkingsovereenkomst en overeenkomsten gebruik gemeentelijke infrastructuur reeds ter goedkeuring voor te leggen op de de zitting van de Gemeenteraad van mei 2025. Dit tevens om de nodige communicatie richting ouders en stakeholders te kunnen voorbereiden.
Het retributiereglement BOA werd in de stuurgroep opgemaakt. Het basisbedrag werd op €1,20 per begonnen halfuur voorgesteld. Dit is een kleine daling voor de Ferm-gebruikers (Malderen en Steenhuffel) en een stijging voor de Infano-gebruikers (Londerzeel Centrum en Londerzeel Sint-Jozef). We adviseren als administratie voor de opname van 1 kortingstarief, naast het sociaal tarief:
De administratie adviseert om bovenstaande kortingstarieven te weerhouden.
De beslissing van de Vlaamse Regering hield ook in dat het kwaliteitslabel voor kleuteropvang werd geschrapt en dat het lokaal bestuur dient in te staan voor de erkenning en handhaving van de kwaliteit van de opvang door middel van een lokaal erkenningskader BOA. Aangezien dit zo nieuw is en handvaten hiervoor nog niet ontwikkeld zijn, is het wenselijk om ondersteuning en begeleiding in te kopen voor de opmaak van dit lokaal erkenningskader BOA. Dit kan ook bekostigd worden vanuit de BOOST-subsidie.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- decreet buitenschoolse opvang en activiteiten van 3 mei 2019
- beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2023 houdende goedkeuring bestek, raming en wijze van gunnen van de overheidsopdracht inzake organisatie van voor- en naschoolse opvang voor gemeente Londerzeel in kader van het BOA-decreet
- besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2025 over de verdere uitvoering van het decreet Buitenschoolse Opvang en activiteiten
Het financiële plaatje van het hele BOA-traject is ingevoegd als bijlage bij dit agendapunt. Door de verhoging van het kindbedrag en de Boost-subsidie wordt het totale subsidiebedrag volledig dekkend voor de gemaakte BOA-kosten in Londerzeel.
De Boost-subsidie is een tijdelijke subsidie voor alle lokale besturen om zich voor te bereiden op de volgende fase van het decreet en maximaal toe te werken naar extra kwalitatief aanbod, afgestemd op de buurt en lokale partners. De Boost-subsidie bedraagt €232.642,43 voor 2025 en €111.226,72 voor 2026 en kan opgebouwd worden als reserve voor BOA. De Boost-subsidie kan gebruikt worden voor volgende zaken:
Voorstel om Boost-subsidie te besteden die de kostprijs van de opvangpartner overstijgt binnen onderstaande prioriteiten:
Naast de Boost-subsidie, verhoogt Vlaanderen ook structureel het kindbedrag binnen de reguliere werking. Dit betekent concreet dat er een budgettaire ruimte beschikbaar wordt van €49.464,26 op jaarbasis om aanvullend te investeren in een kwaliteitsvol aanbod vrijetijdsactiviteiten binnen de voor-en naschoolse kinderopvang.
De voorzitter Lien Eeckelaers opent de vergadering.
Jana Verdoodt licht het onderwerp toe.
Context en aanleiding
Vanaf het schooljaar 2025-2026 zal 3Wplus instaan voor de organisatie van de voor- en naschoolse opvang in alle basisscholen op het grondgebied van Londerzeel. Naar aanleiding hiervan wordt een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt, inclusief bijlagen en een retributiereglement. Deze overeenkomst vormt het vervolg op de gunning van de opdracht, gebaseerd op het bestek dat in december 2023 werd opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad. In juni 2024 werd de gunning toegekend aan 3Wplus Kinderopvang.
Van bestek naar samenwerkingsovereenkomst
Het oorspronkelijke bestek bevatte tal van bepalingen rond kwaliteit en organisatie. Aangezien een bestek doorgaans omvangrijk en juridisch-technisch is, werd dit nu uitgewerkt tot een heldere, leesbare en praktische samenwerkingsovereenkomst. Hierbij worden de bepalingen uit het bestek vertaald in werkbare afspraken, aangevuld met specifieke regelingen per schoollocatie, zoals vertrektijden van rijen, gebruik van kopieerapparatuur, en andere operationele afspraken.
Gebruik van infrastructuur en bijkomende bijlagen
Er worden ook bijlagen toegevoegd met betrekking tot het gebruik van gemeentelijke gebouwen die ter beschikking worden gesteld voor de opvang. In juni volgen deze aanvullende bijlagen ter bespreking op de gemeenteraad, samen met de verwerkersovereenkomst in het kader van de GDPR-wetgeving. Deze regelt de verwerking van persoonsgegevens door 3Wplus in opdracht van de gemeente. De Data Protection Officers (DPO's) van beide partijen stemmen dit momenteel op elkaar af.
Uniform retributiereglement
In het nieuwe retributiereglement wordt afgestapt van het vroegere systeem waarbij het tarief afhankelijk was van de school. Voortaan geldt één uniforme prijs voor de voor- en naschoolse opvang, ongeacht de school. Elk kind in Londerzeel betaalt hetzelfde bedrag per half uur opvang. Er wordt voorzien in een sociaal tarief voor houders van een UiTPAS met kansentarief, wat neerkomt op een korting van 50%. Daarnaast is er een bijkomende korting van 50% voor kinderen van personeelsleden van 3Wplus. Deze maatregel is gangbaar in de sector, gezien het personeel vaak werkt op momenten waarop hun eigen kinderen opvang nodig hebben. Bovendien helpt deze maatregel om aantrekkelijk te blijven als werkgever in een competitieve arbeidsmarkt.
Financiële situatie en subsidiëring
Dankzij bijkomende middelen van de Vlaamse overheid, toegekend via de conceptnota van maart 2025, kunnen de kosten voor de opvang voor het eerst volledig worden gedekt door subsidies en ouderbijdragen. Extra gemeentelijke financiering is daardoor niet langer nodig.
Daarnaast wordt er een boostsubsidie toegekend voor de jaren 2025 en 2026. Deze middelen zijn bedoeld om lopende processen te ondersteunen, zoals:
De financiële gegevens zijn overzichtelijk opgenomen in een bijgevoegde tabel, met een uitsplitsing per periode.
Aanwending boostsubsidie
De boostsubsidie zal onder meer worden ingezet voor:
Digitalisering en communicatie naar ouders
Er wordt ook bekeken om te investeren in een softwareplatform waarmee ouders eenvoudig informatie kunnen terugvinden over:
Dit platform moet zorgen voor meer transparantie en gebruiksgemak. Vandaag is het voor ouders immers vaak onduidelijk welke activiteiten beschikbaar zijn en hoe deze te combineren zijn met opvang.
Toekomstige investeringen
Indien er na bovenstaande investeringen nog budget overblijft, zal dit worden ingezet voor een uitbreiding van het activiteitenaanbod. Aangezien niet alle noden kunnen worden opgevangen door de lokale verenigingen, wil men zo extra kansen creëren voor de kinderen van Londerzeel.
Vragen van de aanwezigen over het agendapunt:
a) Er werd een vraag gesteld over de tarieven; vroeger was het 75 cent per begonnen half uur?
b) De korting van 50% wordt toegekend aan mensen met kansentarief via de UiTPAS en de kinderen van personeelsleden van 3Wplus. Niet meer voor kinderen van het gemeentebestuur?
c) Hoe zat het juist met de kindbegeleidersratio?
d) Ik hoorde dat de prijs vroeger voor elk kind in Londerzeel gelijk was?
e) Gaat 3Wplus ook inzetten op huiswerkbegeleiding bij de lagere school?
f) Is er zicht op het personeel, de aanwervingen en of er voldoende bestaffing zal zijn voor volwaardige opvang?
g) Op dit moment is 3Wplus nog niet in paniek, maar veel ouders in Malderen en Steenhuffel wel. Hoe gaat de gemeente daarmee om?
h) Zou een betere communicatie naar de ouders toe niet aangewezen zijn?
i) Ferm was toch tijdig op de hoogte?
j) Het is niet aan ons om het personeel van Ferm op de hoogte te brengen.
k) Wat valt er onder het lokaal erkenningskader? Wat moet nog bepaald worden?
l) Er staat dat minstens 80% van het personeel gekwalificeerd moet zijn. Wil dat zeggen dat 20% dat niet hoeft te zijn?
m) 9 uur vorming wordt vermeld. Is dat inhoudelijk sterk genoeg?
n) Wat als de 80% gekwalificeerde medewerkers niet gehaald wordt?
o) Wat is juist de bedoeling van dat softwareplatform?
Bijvraag: gaat het dan over alle activiteiten?
Bijvraag: ook buiten Londerzeel?
Bijvraag: gaat het ook over kinderopvang, zoals kinderdagverblijven en onthaalouders?
Extra: bedrijfscrèches?
Oproep: Er is inderdaad een oproep om bij het patrimoniumonderzoek rekening te houden met potentiële panden voor kinderopvang. Organisatoren die willen starten in Londerzeel zijn vaak op zoek naar geschikte infrastructuur. De voorwaarden voor panden zijn echter niet vanzelfsprekend: zo moet er onder andere een aangesloten buitenruimte zijn.
We zullen proactief nieuwe aanbieders moeten proberen overtuigen om in Londerzeel te starten. We verwachten immers dat er de komende jaren onthaalouders met pensioen zullen gaan. Nieuwe onthaalouders vinden is bijzonder moeilijk, zeker mensen die bereid zijn om opvang te organiseren in hun eigen leefruimte.
Het Sociaal Fonds Gas en Elektriciteit financiert een opdracht aan de OCMW's. De OCMW's kunnen zo cliënten helpen die betalingsmoeilijkheden hebben. Ze kunnen ook achterstallige rekeningen aanzuiveren en maatregelen nemen voor een preventief sociaal energiebeleid. Het huidige reglement is aan vernieuwing toe.
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen
- decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen
- wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering
OCMW Londerzeel krijgt jaarlijks ongeveer 15.000 euro van het Sociaal Fonds Gas en Elektriciteit te gebruiken als financiële steun voor de doelgroep. Met de aanpassingen die we voorstellen in het reglement, schatten we de verdeling van de budgetten als volgt in:
- zomeropladingen: 10 dossiers x 50 euro = 500 euro
- afrekeningsfacturen: 10 dossiers x 850 euro = 8.500 euro
- preventieve maatregelen: 10 dossiers x 250 euro = 2.500 euro
- ten laste namen kosten minimale levering: ongeveer 3.000 euro
TOTAAL = 14.500 euro
De voorzitter, Lien Eeckerlaers gaat over naar het tweede agendapunt.
Karen Van Nieuwenhuyzen licht het onderwerp toe in afwezigheid van Gerda Verhulst.
Het fonds gas en elektriciteit is een subsidie die het OCMW al meerdere jaren ontvangt. Deze subsidie bestaat enerzijds uit een financiering voor personeelskosten en anderzijds uit een bedrag dat kan worden ingezet om cliënten financiële ondersteuning te bieden. De wetgever legt hierbij wel op dat de middelen moeten worden besteed aan mensen in armoede of mensen met effectieve energieschulden, maar laat toe dat het lokaal bestuur zelf invulling geeft aan de concrete uitwerking ervan.
Het Welzijnsloket heeft deze subsidie geïntegreerd in een reglement dat reeds enkele jaren bestaat, maar dat recent werd aangepast en uitgebreid op enkele punten. In dit reglement wordt voorgesteld om het fonds in te zetten voor vier specifieke toepassingen.
De eerste toepassing betreft de zomeropladingen en budgetmeters voor gas en elektriciteit. Personen met energieschulden worden vaak overgezet van hun commerciële leverancier naar de sociale leverancier Fluvius. Indien ook daar schulden ontstaan, wordt een budgetmeter geïnstalleerd. Deze werkt op basis van voorafbetaling: er kan enkel energie verbruikt worden die effectief vooraf werd opgeladen. Omdat de energiekosten in de winter doorgaans hoger zijn, wordt er vanuit het Welzijnsloket een stimulans geboden om tijdens de zomermaanden reeds extra op te laden. Gezinnen die in juli en augustus samen minstens €100 opladen, kunnen daarvoor een tussenkomst van €50 ontvangen. Deze maatregel bestond reeds, maar werd aangepast: vroeger volstond een oplading van €50, nu werd dit opgetrokken tot €100. De aanvraag verloopt steeds via het bijzonder comité, op basis van een verslag en bewijsstukken. Elk gezin kan slechts één keer per kalenderjaar van deze steun gebruikmaken.
De tweede toepassing betreft een financiële tussenkomst bij afrekeningsfacturen voor gas en elektriciteit. Ook deze maatregel bestond reeds, maar werd bijgestuurd. Indien een cliënt behoort tot de doelgroep en een hoge eindafrekening ontvangt die hij of zij niet kan betalen, kan het Welzijnsloket tussenkomen tot een maximum van €850. De cliënt draagt hierin steeds 20% zelf bij, de overige 80% wordt door het Welzijnsloket gedragen. Het vroegere plafond van €750 werd verhoogd naar €850, omdat het jaarlijkse budget niet volledig werd benut en de inspectie opmerkte dat het reglement te streng was opgesteld. Tegelijk stellen we vast dat sommige eindafrekeningen de voorbije jaren aanzienlijk zijn toegenomen.
De doelgroep voor deze steunmaatregel is dezelfde gebleven. Die omvat drie categorieën: mensen met een leefloon of equivalent, personen in collectieve schuldenregeling of budgetbeheer, en een uitzonderingscategorie voor schrijnende situaties die niet onder de formele voorwaarden vallen. Deze laatste wordt slechts sporadisch toegepast, maar is voorzien als vangnet.
Ook werd in het reglement verduidelijkt hoe wordt omgegaan met voorschotfacturen die vervat zitten in de afrekeningsfactuur. De voorschotfactuur van de maand waarin de afrekening wordt opgemaakt, wordt niet meegeteld in de steun: de cliënt blijft hiervoor zelf verantwoordelijk. Indien er echter achterstallige voorschotten uit eerdere maanden in de afrekening verwerkt zijn, kunnen deze éénmalig worden opgenomen in de tussenkomst – uiteraard binnen het maximum van €850. Indien zich het jaar nadien opnieuw een situatie voordoet met meerdere onbetaalde voorschotfacturen, worden deze kosten niet langer opgenomen.
Een andere aanpassing betreft de termijn voor financiële haalbaarheid. Volgens de wetgeving mag steun worden toegekend aan cliënten die hun schulden niet kunnen aflossen ondanks eigen inspanningen. Het Welzijnsloket stelt als voorwaarde dat een afbetalingsplan binnen de zes maanden niet haalbaar blijkt. Voorheen lag deze termijn op één jaar, maar dat leidde vaak tot een aanhoudende schuldenlast. Door deze termijn te verkorten, wil men cliënten sneller ademruimte bieden en de vicieuze cirkel doorbreken.
Nieuw is ook dat de cliënt voortaan enkele bijkomende inspanningen moet leveren. Zo wordt verwacht dat men actief op zoek gaat naar de goedkoopste energieleverancier en dat men een energiescan van de woning laat uitvoeren. Deze scan is gratis voor OCMW-cliënten en brengt het energieverbruik in kaart. Er wordt onder andere gekeken naar energieslurpende toestellen en eenvoudige ingrepen zoals radiatorfolie of spaardouchekoppen. De afspraak voor deze scan wordt via de maatschappelijk werker geregeld. Het is een verplichte voorwaarde: wie niet meewerkt of geen scan laat uitvoeren, zal de toegekende steun moeten terugbetalen. Op die manier wordt ook ingezet op bewust energieverbruik, met de nadruk op preventie en gedragsverandering.
De derde toepassing is volledig nieuw en betreft een preventieve maatregel. Gezinnen die behoren tot de doelgroep en een energiezuinig huishoudtoestel willen aankopen (koelkast, wasmachine of vriezer met een specifiek energielabel), kunnen hiervoor een tussenkomst van €250 ontvangen. De voorwaarde is dat uit de energiescan blijkt dat het oude toestel niet meer energie-efficiënt is. Elk gezin kan deze tussenkomst slechts één keer per tien jaar ontvangen. Daarnaast moet de Vlaamse premie voor energiezuinige toestellen, zolang die bestaat, eveneens worden aangevraagd. Ook deze aanvragen verlopen via het bijzonder comité.
Tot slot voorziet het Welzijnsloket de mogelijkheid om met overgebleven middelen een vierde toepassing te financieren: de terugbetaling van het resterende aandeel in het kader van de federale wintermaatregel. Personen met een budgetmeter kunnen in de winter een tegemoetkoming ontvangen voor hun verwarmingskosten. Fluvius neemt doorgaans 70% van deze kost voor haar rekening, terwijl het Welzijnsloket de volledige som voorschiet. Indien er voldoende budget beschikbaar is, kan het resterende aandeel van 30% via het fonds worden terugbetaald aan het OCMW. De prioriteit blijft echter steeds het rechtstreeks ondersteunen van de cliënten. Enkel indien er effectief overschot is, wordt overwogen om dit deel te recupereren via het fonds.
Vragen van de aanwezigen over het agendapunt:
a) Wat gebeurt er als het voorziene budget van het fonds gas en elektriciteit is uitgeput?
b) De subsidie voor een energiezuinig toestel bedraagt 250 euro. Aankoop van een nieuw toestel is echter vaak duurder. Is dat niet te beperkt?
c) Cliënten moeten zelf op zoek gaan naar de goedkoopste energieleverancier. Kunnen zij dit wel alleen?
d) Het bedrag voor de zomeroplaadbonus werd verhoogd van 50 naar 100 euro. Is dat gebaseerd op eerdere ervaringen?
e) Is het voor deze doelgroep haalbaar om extra op te laden? De financiële druk is reeds hoog.
Namens 18 GRC Leven en Welzijn,
Frann VAN AKEN
secretaris
Lien Eeckelaers
voorzitter