Terug
Gepubliceerd op 03/06/2025

Notulen  18 GRC Leven en Welzijn

di 13/05/2025 - 20:00 Zaal Alfred Van Roy
    • Samenwerkingsovereenkomst met 3Wplus, retributiereglement BOA en plan van aanpak voor verdere implementatie BOA

      Vanaf 1 januari 2026 gaan we in Londerzeel aan de slag met het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten. We korten de overgangsperiode ook in en starten met de BOA-aanpak in Londerzeel op 1 september 2025, zodat we mooi per schooljaar kunnen starten. Dit wil zeggen dat we als lokaal bestuur regisseur worden van het geïntegreerd aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten voor alle kinderen en gezinnen. Meer algemene informatie over het BOA-decreet is te vinden op www.opgroeien.be/boa 

      We deden in Londerzeel de afgelopen tijd bevragingen bij kinderen, ouders, scholen en verenigingen. We bepaalden het concept voor de buitenschoolse opvang en schreven hiervoor een openbare aanbesteding uit. Deze aanbesteding werd gegund aan 3Wplus Kinderopvang. De samenwerkingsovereenkomst en de bijlagen rond het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur worden bij dit agendapunt toegevoegd ter goedkeuring. Voor de opvang in de scholen werken we samen met de scholen en 3Wplus nog afspraken uit. Ook de verwerkersovereenkomst die bij deze overeenkomst hoort, ligt nog ter voorbereiding bij de DPO.

      We stelden met de stuurgroep ook het retributiereglement op voor de ouderbijdragen voor de voor- en naschoolse opvang door 3Wplus. Dit reglement wordt ter goedkeuring toegevoegd aan dit agendapunt.

      Op 28 februari besliste de Vlaamse Regering over de verdere uitvoering van het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten. Er worden bijkomende middelen geïnvesteerd en het kwaliteitslabel voor kleuteropvang valt weg. Door deze beslissingen dringen nieuwe keuzes zich op om het traject verder vorm te geven.

      Het vormgeven van het aanvullend activiteitenaanbod gebeurt momenteel nog in een aparte werkgroep, aangezien de bijkomende middelen weer nieuwe sporen realistisch maken. Het doel is om te landen in juni met een kader/aanpak voor de aanvullende activiteiten.

      Motivatie

      Om de kwaliteitsvereisten en afspraken uit de gunning aan 3Wplus duurzaam te maken, werden deze omgevormd tot een samenwerkingsovereenkomst en de overeenkomsten voor het gebruik van gemeentelijke gebouwen. In de toekomst volgen nog de afspraken met de scholen en de verwerkersovereenkomst om het afsprakenkader te vervolledigen. Gelet op het gegeven dat de overgang naar 3Wplus vanaf september 2025 realiteit wordt, is het wenselijk om de samenwerkingsovereenkomst en overeenkomsten gebruik gemeentelijke infrastructuur reeds ter goedkeuring voor te leggen op de de zitting van de Gemeenteraad van mei 2025. Dit tevens om de nodige communicatie richting ouders en stakeholders te kunnen voorbereiden.

      Het retributiereglement BOA werd in de stuurgroep opgemaakt. Het basisbedrag werd op €1,20 per begonnen halfuur voorgesteld. Dit is een kleine daling voor de Ferm-gebruikers (Malderen en Steenhuffel) en een stijging voor de Infano-gebruikers (Londerzeel Centrum en Londerzeel Sint-Jozef). We adviseren als administratie voor de opname van 1 kortingstarief, naast het sociaal tarief:

      1. Een korting van 50% voor de kinderen van personeelsleden van 3Wplus die werkzaam zijn in een kinderopvang van Londerzeel, tijdens de gewerkte uren van de medewerker (Personeelskorting is gangbaar in de sector en beloont de medewerkers voor hun flexibiliteit in hun werkuren)

      De administratie adviseert om bovenstaande kortingstarieven te weerhouden.

      De beslissing van de Vlaamse Regering hield ook in dat het kwaliteitslabel voor kleuteropvang werd geschrapt en dat het lokaal bestuur dient in te staan voor de erkenning en handhaving van de kwaliteit van de opvang door middel van een lokaal erkenningskader BOA. Aangezien dit zo nieuw is en handvaten hiervoor nog niet ontwikkeld zijn, is het wenselijk om ondersteuning en begeleiding in te kopen voor de opmaak van dit lokaal erkenningskader BOA. Dit kan ook bekostigd worden vanuit de BOOST-subsidie.

      Juridische grond

      - decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

      - decreet buitenschoolse opvang en activiteiten van 3 mei 2019

      - beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2023 houdende goedkeuring bestek, raming en wijze van gunnen van de overheidsopdracht inzake organisatie van voor- en naschoolse opvang voor gemeente Londerzeel in kader van het BOA-decreet

      - besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2025 over de verdere uitvoering van het decreet Buitenschoolse Opvang en activiteiten

      Financieel aspect

      Het financiële plaatje van het hele BOA-traject is ingevoegd als bijlage bij dit agendapunt. Door de verhoging van het kindbedrag en de Boost-subsidie wordt het totale subsidiebedrag volledig dekkend voor de gemaakte BOA-kosten in Londerzeel.

      De Boost-subsidie is een tijdelijke subsidie voor alle lokale besturen om zich voor te bereiden op de volgende fase van het decreet en maximaal toe te werken naar extra kwalitatief aanbod, afgestemd op de buurt en lokale partners. De Boost-subsidie bedraagt €232.642,43 voor 2025 en €111.226,72 voor 2026 en kan opgebouwd worden als reserve voor BOA. De Boost-subsidie kan gebruikt worden voor volgende zaken:

      1. Organisatorische aspect: procesbegeleiding, coördinatiefunctie, participatietraject, extra aanbod, ...
      2. Investering in infrastructuur: multifunctioneel gebruik van infrastructuur, vergroenen van buitenruimtes, kwaliteitsvol speelmateriaal, ...

      Voorstel om Boost-subsidie te besteden die de kostprijs van de opvangpartner overstijgt binnen onderstaande prioriteiten:

      1. Motivatie van reeds gemaakte kosten van het lokaal bestuur met betrekking tot de implementatie van het decreet BOA en de regie ervan (personeelskost coördinator Huis van het Kind, begeleidingstraject speelmakers in functie van opmaak bestek opvangpartner, ...)
      2. Bekostigen van professionele begeleiding voor de opmaak van het lokaal erkenningskader BOA
      3. Bekostigen van infrastructurele werken aan de gemeentelijke gebouwen voor de BOA-werking (Oude Pastorij Malderen, Oude Bib Steenhuffel, Chalet Speelpleinwerking)
      4. Aankoop van een softwareplatform voor ouders om vlot wegwijs te raken in het BOA-aanbod en het vakantieaanbod in Londerzeel
      5. Bekostigen van extra activiteitenaanbod voor kinderen gekoppeld met de opvang, waar het verenigingsleven nog blinde vlekken geeft.

      Naast de Boost-subsidie, verhoogt Vlaanderen ook structureel het kindbedrag binnen de reguliere werking. Dit betekent concreet dat er een budgettaire ruimte beschikbaar wordt van €49.464,26 op jaarbasis om aanvullend te investeren in een kwaliteitsvol aanbod vrijetijdsactiviteiten binnen de voor-en naschoolse kinderopvang.

      Bespreking

      De voorzitter Lien Eeckelaers opent de vergadering.

      Jana Verdoodt licht het onderwerp toe.

      Context en aanleiding
      Vanaf het schooljaar 2025-2026 zal 3Wplus instaan voor de organisatie van de voor- en naschoolse opvang in alle basisscholen op het grondgebied van Londerzeel. Naar aanleiding hiervan wordt een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt, inclusief bijlagen en een retributiereglement. Deze overeenkomst vormt het vervolg op de gunning van de opdracht, gebaseerd op het bestek dat in december 2023 werd opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad. In juni 2024 werd de gunning toegekend aan 3Wplus Kinderopvang.

      Van bestek naar samenwerkingsovereenkomst
      Het oorspronkelijke bestek bevatte tal van bepalingen rond kwaliteit en organisatie. Aangezien een bestek doorgaans omvangrijk en juridisch-technisch is, werd dit nu uitgewerkt tot een heldere, leesbare en praktische samenwerkingsovereenkomst. Hierbij worden de bepalingen uit het bestek vertaald in werkbare afspraken, aangevuld met specifieke regelingen per schoollocatie, zoals vertrektijden van rijen, gebruik van kopieerapparatuur, en andere operationele afspraken.

      Gebruik van infrastructuur en bijkomende bijlagen
      Er worden ook bijlagen toegevoegd met betrekking tot het gebruik van gemeentelijke gebouwen die ter beschikking worden gesteld voor de opvang. In juni volgen deze aanvullende bijlagen ter bespreking op de gemeenteraad, samen met de verwerkersovereenkomst in het kader van de GDPR-wetgeving. Deze regelt de verwerking van persoonsgegevens door 3Wplus in opdracht van de gemeente. De Data Protection Officers (DPO's) van beide partijen stemmen dit momenteel op elkaar af.

      Uniform retributiereglement
      In het nieuwe retributiereglement wordt afgestapt van het vroegere systeem waarbij het tarief afhankelijk was van de school. Voortaan geldt één uniforme prijs voor de voor- en naschoolse opvang, ongeacht de school. Elk kind in Londerzeel betaalt hetzelfde bedrag per half uur opvang. Er wordt voorzien in een sociaal tarief voor houders van een UiTPAS met kansentarief, wat neerkomt op een korting van 50%. Daarnaast is er een bijkomende korting van 50% voor kinderen van personeelsleden van 3Wplus. Deze maatregel is gangbaar in de sector, gezien het personeel vaak werkt op momenten waarop hun eigen kinderen opvang nodig hebben. Bovendien helpt deze maatregel om aantrekkelijk te blijven als werkgever in een competitieve arbeidsmarkt.

      Financiële situatie en subsidiëring
      Dankzij bijkomende middelen van de Vlaamse overheid, toegekend via de conceptnota van maart 2025, kunnen de kosten voor de opvang voor het eerst volledig worden gedekt door subsidies en ouderbijdragen. Extra gemeentelijke financiering is daardoor niet langer nodig.

      Daarnaast wordt er een boostsubsidie toegekend voor de jaren 2025 en 2026. Deze middelen zijn bedoeld om lopende processen te ondersteunen, zoals:

      • Het betrekken van lokale vrijetijdsactoren
      • Het opstellen van een lokaal erkenningskader
      • Het uitvoeren van noodzakelijke aanpassingswerken aan gemeentelijke infrastructuur

      De financiële gegevens zijn overzichtelijk opgenomen in een bijgevoegde tabel, met een uitsplitsing per periode.

      Aanwending boostsubsidie
      De boostsubsidie zal onder meer worden ingezet voor:

      • Bekostiging van de gemeentelijke regierol (de arbeidstijd van gemeentelijke medewerkers),
      • Externe expertise voor de opmaak van het nieuwe lokaal erkenningskader voor buitenschoolse opvang, een verplichting sinds maart 2025,
      • Aanpassingswerken aan gemeentelijke gebouwen waar opvang plaatsvindt.
      • Programmeren van extra vrijetijdsaanbod op woensdagnamiddagen, volgens de filosofie van het BOA-decreet.

      Digitalisering en communicatie naar ouders
      Er wordt ook bekeken om te investeren in een softwareplatform waarmee ouders eenvoudig informatie kunnen terugvinden over:

      • De opvangmogelijkheden per school,
      • Het activiteitenaanbod (ook tijdens vakanties),
      • Eventuele koppelingen tussen activiteiten en opvangmomenten.

      Dit platform moet zorgen voor meer transparantie en gebruiksgemak. Vandaag is het voor ouders immers vaak onduidelijk welke activiteiten beschikbaar zijn en hoe deze te combineren zijn met opvang.

      Toekomstige investeringen
      Indien er na bovenstaande investeringen nog budget overblijft, zal dit worden ingezet voor een uitbreiding van het activiteitenaanbod. Aangezien niet alle noden kunnen worden opgevangen door de lokale verenigingen, wil men zo extra kansen creëren voor de kinderen van Londerzeel.

       

      Vragen van de aanwezigen over het agendapunt:

      a) Er werd een vraag gesteld over de tarieven; vroeger was het 75 cent per begonnen half uur?

      • Vroeger waren er twee tarieven: bij Infano was dat rond de 75 cent per begonnen half uur, bij Ferm 1,45 euro per begonnen half uur. Dat verschil vonden we onlogisch, omdat beiden werden gefinancierd door de gemeente. Daarom stellen we nu 1,20 euro per begonnen half uur voor. Hoe komen we aan dat bedrag? Het vorige bestuur besliste toen om de bijdrage voor Infano niet te verhogen, omdat er soms vraagtekens waren bij de kwaliteit en samenwerking. Bij Ferm zakt de prijs wat, ook omdat daar momenteel een kindbegeleidersratio van 1 op 14 is die naar 1 op 18 gaat – wat dus een klein kwaliteitsverlies betekent. Dit compenseren we deels via de prijs. Voor de kinderen die nu bij Infano zaten, is er dan weer een kwaliteitsverhoging.

      b) De korting van 50% wordt toegekend aan mensen met kansentarief via de UiTPAS en de kinderen van personeelsleden van 3Wplus. Niet meer voor kinderen van het gemeentebestuur?

      • Neen, dat klopt. De korting voor kinderen van personeelsleden van het gemeentebestuur werd niet weerhouden.

      c) Hoe zat het juist met de kindbegeleidersratio?

      • 1 op 18 voor kleuters, 1 op 24 voor lagere schoolkinderen.
        Toen we het bestek uitschreven, bestond het kwaliteitslabel kleuteropvang, dat onder meer 1 op 18 voor kleuters voorschreef. Voor lagere schoolkinderen sprak het label zich niet uit. In maart 2025 werd beslist om het kleuterlabel af te schaffen en over te stappen naar het lokaal erkenningskader van BOA.
        Wij hadden al in het bestek opgenomen dat we voor lagere schoolkinderen 1 op 24 willen. Dat wordt nu vaak niet gehaald.

      d) Ik hoorde dat de prijs vroeger voor elk kind in Londerzeel gelijk was?

      • Neen, de scholen met Infano betaalden 75 cent per begonnen half uur, de scholen met Ferm 1,45 euro. Dat was niet logisch, want beide werden gefinancierd door de gemeente.

      e) Gaat 3Wplus ook inzetten op huiswerkbegeleiding bij de lagere school?

      • Neen. Huiswerkbegeleiding wordt vanuit Opgroeien uit het BOA-verhaal gehaald, omdat het vrije tijd moet zijn en andere competenties vereist. Er wordt wél toezicht voorzien: een rustige ruimte waar kinderen huiswerk kunnen maken. Begeleiding en opvolging vallen onder een ander project van de dienst Samenleving. Opgroeien stelt duidelijk dat BOA niet dient voor huiswerkbegeleiding.

      f) Is er zicht op het personeel, de aanwervingen en of er voldoende bestaffing zal zijn voor volwaardige opvang?

      • Het team is opgesplitst: Londerzeel/Sint-Jozef is al volledig bestaft. In Malderen/Steenhuffel zijn al aanwervingen gebeurd, en de twee coördinatoren zijn gevonden. Men is niet gealarmeerd over een tekort. Er komt nog een jobdag aan. Bovendien is marge ingebouwd via vlinderfuncties voor uitval of ziekte. Ze verwachten een volledige bezetting tegen september, maar 100% zekerheid volgt pas dan. Voorlopig ziet 3Wplus het realistisch om met voldoende bezetting te starten in september.

      g) Op dit moment is 3Wplus nog niet in paniek, maar veel ouders in Malderen en Steenhuffel wel. Hoe gaat de gemeente daarmee om?

      • Dat hebben we ook gemerkt. Het was een beslissing boven de hoofden van de Ferm-medewerkers, en geen teken van wantrouwen of ontevredenheid over hun werking. De reactie bij het Ferm-team was emotioneel en werd gedeeld met ouders, wat onrust veroorzaakte. Alle ouders die zich hierover hebben geuit, kregen een persoonlijk antwoord van het Huis van het Kind. Sommige misverstanden (zoals ratio 1 op 50) zijn daarin rechtgezet. De ratio’s zijn duidelijk vastgelegd.

      h) Zou een betere communicatie naar de ouders toe niet aangewezen zijn?

      • Dat nemen we zeker mee. 3Wplus zal ook zelf communiceren over praktische zaken zoals inschrijvingen. Oorspronkelijk wilden we communiceren na de gemeenteraad van maart, maar die werd uitgesteld door beslissingen van de Vlaamse overheid. Daarom is ook de communicatie uitgesteld, met het idee om alles (overname en retributiereglement) tegelijk te communiceren.

      i) Ferm was toch tijdig op de hoogte?

      • Natuurlijk. De gunning gebeurde vorig jaar, en ze dienden zelf een offerte in. Ze waren al sinds 2022 betrokken bij gesprekken rond het decreet en de richting die we zouden inslaan. Ze zaten mee in het LOK waar het traject werd besproken. Het management wist dit al lang. De communicatie aan het personeel gebeurde in overleg: Ferm wou het zelf brengen. In oktober was er ook een jobdag waarbij 3Wplus en de gemeente uitleg gaven aan de medewerkers, met kadering over het bestek en de beslissing.

      j) Het is niet aan ons om het personeel van Ferm op de hoogte te brengen.

      • Klopt. Na de gunning aan 3Wplus werd op vraag van Ferm de communicatie opgeschort tot zij zelf hun medewerkers konden inlichten. We gaven samen met 3Wplus toelichting aan het personeel. Er is expliciet benadrukt dat de keuze niet te maken had met gebrek aan vertrouwen of kwaliteit, maar dat het over prijs ging.

      k) Wat valt er onder het lokaal erkenningskader? Wat moet nog bepaald worden?

      • We wachten nog op de wettekst. Nu is er een conceptnota, maar de wettekst komt pas vóór de zomer. Het lokaal erkenningskader moet er pas zijn wanneer we officieel BOA-subsidie ontvangen. Opgroeien werkt een ondersteunend kader uit samen met partners om lokale besturen te ondersteunen. Dit kader zal pas klaar zijn tegen februari 2026. De stuurgroep koos ervoor om te wachten met de officiële overgang naar BOA in september 2026. Het schooljaar 2025-2026 is dus een overgangsjaar waarbij we kunnen opstarten met 3Wplus en experimenteren met het activiteitenaanbod. Financieel heeft de verlenging van de overgangsperiode tot september 2026 geen impact.
        Het lokaal erkenningskader zal moeten gaan over 6 pijlers zoals beleidsvoerend vermogen en pedagogische competenties. We kunnen lokaal extra zaken toevoegen, zoals de kindratio. Ook afspraken over vrijetijdsactiviteiten kunnen erin. Er zijn nog geen goede praktijkvoorbeelden, iedereen wacht op richtlijnen.

      l) Er staat dat minstens 80% van het personeel gekwalificeerd moet zijn. Wil dat zeggen dat 20% dat niet hoeft te zijn?

      • Bij aanwerving niet. Die 20% moet dan een traject volgen om de competenties te behalen.

      m) 9 uur vorming wordt vermeld. Is dat inhoudelijk sterk genoeg?

      • Dat moeten we verder onderzoeken. De competentiescreening zou via het kleuterlabel gebeuren, dus dat namen we niet expliciet op in het bestek. Nu we zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitsbewaking, moeten we evalueren of die 9 uur voldoende is en of bijkomende bepalingen nodig zijn in het lokaal erkenningskader.

      n) Wat als de 80% gekwalificeerde medewerkers niet gehaald wordt?

      • Dan spreken we 3Wplus aan op hun contract. Zij hebben een vormingsplan en methodiek rond competentieontwikkeling. Het onderwijs zal ook bepalen welke competenties uit de opleiding gevolgd moeten worden.
        De vraag blijft: hoe meten we kwaliteit? Wie bevragen we: personeel, ouders? Hoe vaak? Welke parameters? Daarvoor willen we ook externe begeleiding inzetten.
        We willen ook een deel van de boostsubsidie gebruiken om dit goed uit te werken.

      o) Wat is juist de bedoeling van dat softwareplatform?

      • Uit de ouderbevraging bleek dat het moeilijk is om een overzicht te krijgen van alle vrijetijdsactiviteiten en opvang, vooral vakantieopvang. Communicatie verloopt nu via UiTagenda en websites van aanbieders, wat versnipperd is.
        Doel is om één platform te hebben waarmee ouders per week en per leeftijd kunnen zoeken.
        Er zijn platformen in ontwikkeling die ook automatisch sociaal tarief en facturatie voorzien. Dat was vroeger buiten bereik door gebrek aan middelen. Nu willen we het onderzoeken.

      Bijvraag: gaat het dan over alle activiteiten?

      • Ja, over alle vrijetijdsactiviteiten voor lagere schoolkinderen, zoals hobby’s en vakantieopvang.

      Bijvraag: ook buiten Londerzeel?

      • Dat hangt af van het gekozen platform. In Bornem ontwikkelen ze een platform op maat, met het oog op grensoverschrijdend aanbod.

      Bijvraag: gaat het ook over kinderopvang, zoals kinderdagverblijven en onthaalouders?

      • Daarvoor bestaat al een centrale tool via Opvang Vlaanderen, waar ouders een aanvraag kunnen doen bij aanbieders in Londerzeel en in de buurtgemeenten.
        Hetzelfde softwareteam werkt nu aan een BOA-platform.

      Extra: bedrijfscrèches?

      • Dat idee leeft al even. Er was een oproep, maar door onduidelijkheid over het fiscale kader is er nog geen enkele concrete realisatie. In het masterplan Kinderopvang van minister Gennez wordt voor het najaar een pot voorzien voor innovatieve projecten, waaronder bedrijfscrèches.
        Maar het blijft een oproep aan bedrijven. Tenzij de gemeente zelf een crèche zou oprichten voor eigen personeel, kunnen wij daar momenteel weinig in betekenen.
      • Vraag: Werd er ook een vraag gesteld over de doorgaande lijn?
        Antwoord: Ja, er werd verwezen naar een projectoproep rond de doorgaande lijn, die liep van 2022 tot 2024. Deze projecten zijn intussen afgerond. In de beleidsnota staat vermeld dat deze geëvalueerd zullen worden en dat de conclusies zullen worden meegenomen. Momenteel is hier echter nog niets concreet over gekend.
      • Vraag: Wat houdt de transitie naar een begeleidersratio van 1 op 7 in binnen de opvang van baby’s en peuters?
        Antwoord: De sector krijgt tot 2027 de tijd om om te schakelen naar een begeleidersratio van 1 op 7 kinderen, en voor baby’s naar 1 op 5. Als lokaal bestuur kunnen we hierop momenteel niet anticiperen, aangezien we zelf geen organisator meer zijn en geen eigen crèches meer hebben. Wel kunnen we inzetten op het faciliteren van nieuwe plaatsen en actief zoeken naar pistes om nieuwe aanbieders aan te trekken op ons grondgebied. De pedagogische en praktische omschakeling zelf – zoals de inzet van personeel, herindeling van leefgroepen en voorzien van extra begeleiders – ligt bij de initiatieven zelf. Zij kunnen zich hiervoor laten ondersteunen door organisaties zoals Mentes. We volgen dit verder op binnen het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK), maar voorlopig is enkel KDV De Burcht hier al praktisch mee bezig.
      • Vraag: Wat is de gemiddelde wachttijd voor kinderopvang in Londerzeel?
        Antwoord: Die vraag is moeilijk eenduidig te beantwoorden, aangezien er niet langer met klassieke wachtlijsten wordt gewerkt. Het huidige systeem houdt in dat ouders na een aanvraag binnen het platform binnen de maand een antwoord krijgen of het gewenste opvangplan haalbaar is. Initiatieven kunnen dan ook aangeven of de gewenste startdatum niet mogelijk is, of dat een alternatief opvangplan per dag wordt voorgesteld. Ouders beslissen dan zelf of ze daarop ingaan. Nadien wordt de aanvraag afgesloten.
        Werken met wachtlijsten maakte het systeem minder overzichtelijk en leidde ertoe dat sommige kinderen pas opvang vonden als ze 2,5 jaar waren.
        We merken in de praktijk dat de kans klein is dat ouders een voltijdse opvangplaats vinden wanneer ze na drie maanden zwangerschapsverlof willen starten, zelfs wanneer ze heel vroeg – vanaf een positieve zwangerschapstest – op zoek gaan. Meestal moeten ouders 3 tot 6 maanden overbruggen, soms langer, en sommigen vinden zelfs geen opvang. Daarom raden we ouders aan om zoveel mogelijk aanbieders aan te schrijven, ook op de route naar het werk. Wie het financieel aankan, adviseren we om ook vrije prijs-initiatieven te overwegen.
        In Londerzeel zijn er voor 100 kinderen tussen 0 en 2 jaar slechts 35 opvangplaatsen. Dat betekent dat we momenteel 65% van de kinderen geen opvang kunnen bieden. Daarmee zitten we niet bij de slechtste cijfers in de Vlaamse Rand, maar door onze werkende populatie is er wel veel druk op de aanvragen.
      • Vraag: Kan het vragen van een bewijs van zwangerschap aanvragen ontmoedigen?
        Antwoord: Dat zien we op dit moment niet. In het systeem wordt ook een vermoedelijke bevallingsdatum gevraagd. Wanneer een opvangplan wordt opgesteld en het kind is er nog niet, valt dat op. Initiatieven gaan hier ook bewuster mee om en durven wel vragen of iemand al zwanger is, en wat de uitgerekende datum is. De leeftijd bij opstart is ook belangrijk, omdat sommige crèches met leeftijdsgroepen werken. Soms is er dan in de ene groep wel plaats en in een andere niet, en dan is het belangrijk om die opstartleeftijd te kennen.
      • Vraag: Blijft het kinderdagverblijf De Burcht bestaan?
        Antwoord: Ja, het kinderdagverblijf blijft bestaan. Enkel de BKO-werking is stopgezet.

       

      Oproep: Er is inderdaad een oproep om bij het patrimoniumonderzoek rekening te houden met potentiële panden voor kinderopvang. Organisatoren die willen starten in Londerzeel zijn vaak op zoek naar geschikte infrastructuur. De voorwaarden voor panden zijn echter niet vanzelfsprekend: zo moet er onder andere een aangesloten buitenruimte zijn.
      We zullen proactief nieuwe aanbieders moeten proberen overtuigen om in Londerzeel te starten. We verwachten immers dat er de komende jaren onthaalouders met pensioen zullen gaan. Nieuwe onthaalouders vinden is bijzonder moeilijk, zeker mensen die bereid zijn om opvang te organiseren in hun eigen leefruimte.

    • Aanpassing van het reglement sociaal fonds gas en elektriciteit

      Het Sociaal Fonds Gas en Elektriciteit financiert een opdracht aan de OCMW's. De OCMW's kunnen zo cliënten helpen die betalingsmoeilijkheden hebben. Ze kunnen ook achterstallige rekeningen aanzuiveren en maatregelen nemen voor een preventief sociaal energiebeleid. Het huidige reglement is aan vernieuwing toe. 

      Motivatie
      Vanuit de inspectie van de POD Maatschappelijke Integratie kregen we de bemerking dat het zonde is dat we een gedeelte van de subsidie niet gebruiken. Vandaar dat we enkele aanpassingen willen doorvoeren zodat de subsidie optimaal benut wordt.
       
      De belangrijkste wijzigingen die we voorstellen zijn:
      • aanpassing van het maximumbedrag van financiële tussenkomst in afrekeningsfacturen van 750 euro naar 850 euro
      • invoering van preventieve maatregelen, zijnde een financiële steun van 250 euro (maximaal één keer per 10 jaar per sociaal dossier) voor de aankoop van een energiezuinige koelkast, diepvriezer of wasmachine
      • ten laste nemen van de kosten voor het OCMW voor de dossiers minimale levering: het OCMW betaalt 30% van de minimale leveringen die worden toegekend aan kansarme gezinnen in de winterperiode. Deze kost kan via het fonds gedragen worden. Dit zouden we enkel doen als er budget over is
      Er zijn nog kosten die het OCMW ten laste kan nemen via dit fonds maar we kiezen voor 4 maatregelen conform het subsidiebedrag dat we krijgen.
      Juridische grond

      - decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

      - organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen

      - decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen

      - wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering 

      - ontwerp van aangepast reglement 
      Financieel aspect

      OCMW Londerzeel krijgt jaarlijks ongeveer 15.000 euro van het Sociaal Fonds Gas en Elektriciteit te gebruiken als financiële steun voor de doelgroep. Met de aanpassingen die we voorstellen in het reglement, schatten we de verdeling van de budgetten als volgt in:

      - zomeropladingen: 10 dossiers x 50 euro = 500 euro

      - afrekeningsfacturen: 10 dossiers x 850 euro = 8.500 euro

      - preventieve maatregelen: 10 dossiers x 250 euro = 2.500 euro

      - ten laste namen kosten minimale levering: ongeveer 3.000 euro

      TOTAAL = 14.500 euro

      Bespreking

      De voorzitter, Lien Eeckerlaers gaat over naar het tweede agendapunt.

      Karen Van Nieuwenhuyzen licht het onderwerp toe in afwezigheid van Gerda Verhulst. 

      Het fonds gas en elektriciteit is een subsidie die het OCMW al meerdere jaren ontvangt. Deze subsidie bestaat enerzijds uit een financiering voor personeelskosten en anderzijds uit een bedrag dat kan worden ingezet om cliënten financiële ondersteuning te bieden. De wetgever legt hierbij wel op dat de middelen moeten worden besteed aan mensen in armoede of mensen met effectieve energieschulden, maar laat toe dat het lokaal bestuur zelf invulling geeft aan de concrete uitwerking ervan.

      Het Welzijnsloket heeft deze subsidie geïntegreerd in een reglement dat reeds enkele jaren bestaat, maar dat recent werd aangepast en uitgebreid op enkele punten. In dit reglement wordt voorgesteld om het fonds in te zetten voor vier specifieke toepassingen.

      De eerste toepassing betreft de zomeropladingen en budgetmeters voor gas en elektriciteit. Personen met energieschulden worden vaak overgezet van hun commerciële leverancier naar de sociale leverancier Fluvius. Indien ook daar schulden ontstaan, wordt een budgetmeter geïnstalleerd. Deze werkt op basis van voorafbetaling: er kan enkel energie verbruikt worden die effectief vooraf werd opgeladen. Omdat de energiekosten in de winter doorgaans hoger zijn, wordt er vanuit het Welzijnsloket een stimulans geboden om tijdens de zomermaanden reeds extra op te laden. Gezinnen die in juli en augustus samen minstens €100 opladen, kunnen daarvoor een tussenkomst van €50 ontvangen. Deze maatregel bestond reeds, maar werd aangepast: vroeger volstond een oplading van €50, nu werd dit opgetrokken tot €100. De aanvraag verloopt steeds via het bijzonder comité, op basis van een verslag en bewijsstukken. Elk gezin kan slechts één keer per kalenderjaar van deze steun gebruikmaken.

      De tweede toepassing betreft een financiële tussenkomst bij afrekeningsfacturen voor gas en elektriciteit. Ook deze maatregel bestond reeds, maar werd bijgestuurd. Indien een cliënt behoort tot de doelgroep en een hoge eindafrekening ontvangt die hij of zij niet kan betalen, kan het Welzijnsloket tussenkomen tot een maximum van €850. De cliënt draagt hierin steeds 20% zelf bij, de overige 80% wordt door het Welzijnsloket gedragen. Het vroegere plafond van €750 werd verhoogd naar €850, omdat het jaarlijkse budget niet volledig werd benut en de inspectie opmerkte dat het reglement te streng was opgesteld. Tegelijk stellen we vast dat sommige eindafrekeningen de voorbije jaren aanzienlijk zijn toegenomen.

      De doelgroep voor deze steunmaatregel is dezelfde gebleven. Die omvat drie categorieën: mensen met een leefloon of equivalent, personen in collectieve schuldenregeling of budgetbeheer, en een uitzonderingscategorie voor schrijnende situaties die niet onder de formele voorwaarden vallen. Deze laatste wordt slechts sporadisch toegepast, maar is voorzien als vangnet.

      Ook werd in het reglement verduidelijkt hoe wordt omgegaan met voorschotfacturen die vervat zitten in de afrekeningsfactuur. De voorschotfactuur van de maand waarin de afrekening wordt opgemaakt, wordt niet meegeteld in de steun: de cliënt blijft hiervoor zelf verantwoordelijk. Indien er echter achterstallige voorschotten uit eerdere maanden in de afrekening verwerkt zijn, kunnen deze éénmalig worden opgenomen in de tussenkomst – uiteraard binnen het maximum van €850. Indien zich het jaar nadien opnieuw een situatie voordoet met meerdere onbetaalde voorschotfacturen, worden deze kosten niet langer opgenomen.

      Een andere aanpassing betreft de termijn voor financiële haalbaarheid. Volgens de wetgeving mag steun worden toegekend aan cliënten die hun schulden niet kunnen aflossen ondanks eigen inspanningen. Het Welzijnsloket stelt als voorwaarde dat een afbetalingsplan binnen de zes maanden niet haalbaar blijkt. Voorheen lag deze termijn op één jaar, maar dat leidde vaak tot een aanhoudende schuldenlast. Door deze termijn te verkorten, wil men cliënten sneller ademruimte bieden en de vicieuze cirkel doorbreken.

      Nieuw is ook dat de cliënt voortaan enkele bijkomende inspanningen moet leveren. Zo wordt verwacht dat men actief op zoek gaat naar de goedkoopste energieleverancier en dat men een energiescan van de woning laat uitvoeren. Deze scan is gratis voor OCMW-cliënten en brengt het energieverbruik in kaart. Er wordt onder andere gekeken naar energieslurpende toestellen en eenvoudige ingrepen zoals radiatorfolie of spaardouchekoppen. De afspraak voor deze scan wordt via de maatschappelijk werker geregeld. Het is een verplichte voorwaarde: wie niet meewerkt of geen scan laat uitvoeren, zal de toegekende steun moeten terugbetalen. Op die manier wordt ook ingezet op bewust energieverbruik, met de nadruk op preventie en gedragsverandering.

      De derde toepassing is volledig nieuw en betreft een preventieve maatregel. Gezinnen die behoren tot de doelgroep en een energiezuinig huishoudtoestel willen aankopen (koelkast, wasmachine of vriezer met een specifiek energielabel), kunnen hiervoor een tussenkomst van €250 ontvangen. De voorwaarde is dat uit de energiescan blijkt dat het oude toestel niet meer energie-efficiënt is. Elk gezin kan deze tussenkomst slechts één keer per tien jaar ontvangen. Daarnaast moet de Vlaamse premie voor energiezuinige toestellen, zolang die bestaat, eveneens worden aangevraagd. Ook deze aanvragen verlopen via het bijzonder comité.

      Tot slot voorziet het Welzijnsloket de mogelijkheid om met overgebleven middelen een vierde toepassing te financieren: de terugbetaling van het resterende aandeel in het kader van de federale wintermaatregel. Personen met een budgetmeter kunnen in de winter een tegemoetkoming ontvangen voor hun verwarmingskosten. Fluvius neemt doorgaans 70% van deze kost voor haar rekening, terwijl het Welzijnsloket de volledige som voorschiet. Indien er voldoende budget beschikbaar is, kan het resterende aandeel van 30% via het fonds worden terugbetaald aan het OCMW. De prioriteit blijft echter steeds het rechtstreeks ondersteunen van de cliënten. Enkel indien er effectief overschot is, wordt overwogen om dit deel te recupereren via het fonds.

       

      Vragen van de aanwezigen over het agendapunt:

      a) Wat gebeurt er als het voorziene budget van het fonds gas en elektriciteit is uitgeput?

      • Indien het budget van het fonds uitgeput is, wordt er beroep gedaan op een ander budget. Er werd als bijlage een raming toegevoegd, maar het blijft altijd een inschatting gebaseerd op voorgaande jaren en het bestaande cliëntenbestand, dat uiteraard steeds verandert. Indien er bijvoorbeeld in oktober nog een aanvraag wordt ingediend en het fonds is uitgeput, kunnen we niet antwoorden met “het is op”. Dan zal er een beroep gedaan worden op het algemene budget voor financiële steun. Dat gebeurt nu ook reeds in sommige gevallen. Op dit moment wordt er zelfs te weinig gebruikgemaakt van het voorziene fonds. Daarom werden er aanpassingen gedaan om het reglement toegankelijker te maken. Binnen een jaar zal dit opnieuw geëvalueerd worden om waar nodig bij te sturen. 

      b) De subsidie voor een energiezuinig toestel bedraagt 250 euro. Aankoop van een nieuw toestel is echter vaak duurder. Is dat niet te beperkt?

      • De bedoeling is dat cliënten ook de Vlaamse premie aanvragen voor een energiezuinig toestel. Samen met de tussenkomst van het Welzijnsloket (250 euro) en de Vlaamse premie (250 euro), komt men aan een totaalbedrag van 500 euro. Dat is doorgaans voldoende om een nieuw energiezuinig toestel aan te kopen. Daarom werd er gekozen om het bedrag van het Welzijnsloket gelijk te leggen met dat van de Vlaamse premie. 

      c) Cliënten moeten zelf op zoek gaan naar de goedkoopste energieleverancier. Kunnen zij dit wel alleen?

      • Indien cliënten dit niet zelfstandig kunnen, kan dit samen met de maatschappelijk werker gebeuren. Er wordt dan samen gekeken naar welke leverancier op dat moment de goedkoopste optie is voor de cliënt. Op die manier willen we ook het bewustzijn rond energieverbruik verhogen.

      d) Het bedrag voor de zomeroplaadbonus werd verhoogd van 50 naar 100 euro. Is dat gebaseerd op eerdere ervaringen?

      • Aanvankelijk was er twijfel om deze maatregel opnieuw op te nemen, omdat het aantal gebruikers eerder beperkt was. We beseften echter dat dit ook te maken had met het feit dat maatschappelijk werkers cliënten hier onvoldoende op attendeerden. Deze maatregel wordt namelijk niet breed gecommuniceerd – het is een interne maatregel van het Welzijnsloket en geldt enkel voor cliënten met een budgetmeter. We willen hen aanmoedigen om in de zomermaanden reeds oplaadkrediet te voorzien, omdat het verbruik dan lager ligt. Als zij in juli en augustus samen minstens 100 euro opladen, ontvangen ze een bonus van 50 euro. Door deze bonus proberen we het bewustzijn rond budgetbeheer te verhogen. Hoewel we weten dat niet iedereen de mogelijkheid heeft om extra op te laden, blijft dit een beperkte maar waardevolle stimulans.

      e) Is het voor deze doelgroep haalbaar om extra op te laden? De financiële druk is reeds hoog.

      • Deze maatregel is geen verplichting. Het is een stimulans om cliënten bewust te maken dat opladen in de zomer voordelen kan opleveren. Wie maandelijks een vast voorschot betaalt, spaart automatisch mee op lange termijn. Maar cliënten met een budgetmeter laden telkens op wat ze op dat moment kunnen missen. Zij verbruiken wat ze opladen. Net bij hen willen we stimuleren om – indien mogelijk – in de zomer iets extra op te laden, omdat het verbruik dan lager ligt. Zo is er in de winter wat meer buffer. Als dank voor deze inspanning, ontvangen ze een extra tussenkomst. Het blijft echter een keuze.

Namens 18 GRC Leven en Welzijn,

Frann VAN AKEN
secretaris

Lien Eeckelaers
voorzitter